Al director musical. Para Jedutún. Salmo de David.
1Silencioso estoy ante el SEÑOR, esperando que él me libre. Porque sólo de él procede la salvación.2Sí; sólo él es mi roca y mi salvación; él es mi refugio. ¡Jamás habré de caer!3¿Hasta cuándo estarán en contra de un hombre tratando de matarlo? Para ellos soy como un muro inclinado o una cerca a punto de caer.4Planean derribarme de mi lugar de grandeza. Aman el decir mentiras acerca de mí. ¡Qué amistosos se me muestran; mientras en el corazón me maldicen!5Pero yo callo ante el SEÑOR, porque en él está mi esperanza.6Sí, sólo él es mi roca, y mi salvación; él es mi refugio. ¡Jamás habré de caer!7Mi salvación y mi gloria proceden sólo de Dios. Él es mi refugio, la roca en donde ningún enemigo podrá alcanzarme.8¡Pueblo mío, confía en él siempre! ¡Ábrele tu corazón, pues él es nuestro refugio!9El mayor de los hombres, o el más humilde, nada son ante sus ojos. En la balanza pesan menos que el aire.10No te enriquezcas mediante la extorsión y el robo. Y si tus riquezas aumentan, no pongas en ellas tu corazón.11Una cosa ha dicho Dios, y dos veces lo he escuchado: Que el poder, oh Dios, solo a ti te pertenece;12que el amor, SEÑOR, es tuyo. Ciertamente tú pagarás a cada uno según lo que se merezcan sus obras.
Salmo 62
Het Boek
de Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent. Voor Jedutun.2Ja, mijn hart keert zich naar God, mijn redding komt uit zijn hand.3Hij is werkelijk mijn rots en mijn bevrijder, Hij is als een burcht voor mij, niets krijgt mij uit mijn evenwicht.4Hoelang blijft de vijand nog aanvallen? Zij zullen allemaal omvergelopen worden, als een muur die omvalt en neerstort.5Ja, zij overleggen met elkaar hoe zij hem kunnen neervellen. Zij houden van de leugen, met hun mond spreken zij vriendelijke taal, maar in hun binnenste vervloeken zij mij.6O mijn ziel, zoek uw rust alleen bij God. Van Hem verwacht ik alles.7Hij is werkelijk mijn rots en bevrijder, Hij is als een burcht voor mij, niets krijgt mij uit mijn evenwicht.8God zorgt voor mijn redding en redt ook mijn eer. Hij is mijn sterke rots. Alleen bij God kan ik altijd schuilen. Hij beschermt mij.9Volk, stel altijd uw vertrouwen alleen op Hem. Vertel Hem alles en houd niets voor Hem verborgen. Bij God kunnen wij altijd schuilen. Hij beschermt ons.10Mensen stellen in Gods ogen zo weinig voor: armen zijn als een ademtocht en rijken vaak onwaarachtig. Als Hij hen weegt, gaat de weegschaal omhoog, zo gering is de mens vergeleken bij Hem.11Hecht geen waarde aan verdrukking, verwacht niets van onrechtmatige opbrengsten, en als u rijk wordt, laat het uw leven met God dan niet beïnvloeden.12God heeft het Zelf gezegd, meermalen heb ik het gehoord: alle kracht komt van God.13Here, ook de goedheid en trouw komen alleen van U. Iedereen ontvangt van U loon naar werken.