Salmo 15

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 SEÑOR; ¿quién puede habitar en tu santuario? ¿Quién puede vivir en tu santo monte?2 Sólo el de conducta intachable, que practica la justicia y de corazón dice la verdad;3 que no calumnia con la lengua, que no le hace mal a su prójimo, ni le acarrea desgracia a su vecino;4 que desprecia al que Dios reprueba pero honra al que le teme al SEÑOR; que cumple lo prometido aunque salga perjudicado;5 que no cobra intereses sobre el dinero que presta y se niega a ser testigo contra el inocente por mucho que se le quiera sobornar. Una persona así permanecerá siempre firme.

Salmo 15

Het Boek

de Biblica
1 Een psalm van David. Wie mag in uw huis wonen, HERE? Wie mag bij U zijn op uw heilige berg?2 Wie eerlijk en oprecht door het leven gaat en altijd de waarheid spreekt.3 Wie niet kwaadspreekt, zijn naaste geen kwaad doet en voorkomt dat een ander wordt belasterd.4 Degene die alles wat zonde is, afwijst en respect heeft voor wie God zoeken en ontzag voor Hem hebben. Als zo iemand in zijn eigen nadeel een belofte heeft gedaan, zal hij die toch nakomen.5 Hij zal zijn geld niet misbruiken voor woekerpraktijken en zich niet laten omkopen ten koste van onschuldigen. Wie zo door het leven gaat, kan op Gods bescherming rekenen.