van Biblica1Prijs de HERE! Zing een nieuw lied voor de HERE, prijs Hem in de samenkomsten van de getrouwen.2Laat Israël blij zijn als het aan zijn maker denkt. Laten alle inwoners van Jeruzalem jubelen over hun Koning.3In een reidans kunnen zij zijn naam prijzen. Met tamboerijn en citer psalmen voor Hem zingen.4Want de HERE houdt van zijn volk. Hij bemoedigt en bevestigt de mensen die zich aan Hem onderwerpen.5Laten de gelovigen Hem eren en voor Hem jubelen. Zelfs als zij in bed liggen, juichen zij nog over hun God.6In hun mond zijn de lofprijzingen voor God. In hun hand hebben zij een tweesnijdend zwaard.7Daarmee kunnen zij wraak nemen op de vreemde volken en ongelovige volken afstraffen.8Hun koningen zullen zij geboeid gevangennemen en de leiders in ijzeren boeien slaan.9Zo wordt het vonnis dat God voorheen voorspelde, aan hen voltrokken. Dat is de eer voor hen die God trouw bleven. Prijs de HERE!
1Halleluja! Singet dem HERRN ein neues Lied; die Gemeinde der Heiligen soll ihn loben. (Ps 33:3)2Israel freue sich seines Schöpfers, die Kinder Zions seien fröhlich über ihren König. (Ps 93:1; Ps 100:3)3Sie sollen loben seinen Namen im Reigen, mit Pauken und Harfen sollen sie ihm spielen.4Denn der HERR hat Wohlgefallen an seinem Volk, er hilft den Elenden herrlich.5Die Heiligen sollen fröhlich sein in Herrlichkeit und rühmen auf ihren Lagern.6Ihr Mund soll Gott erheben; sie sollen scharfe Schwerter in ihren Händen halten,7dass sie Rache üben unter den Völkern, Strafe unter den Nationen,8ihre Könige zu binden mit Ketten und ihre Edlen mit eisernen Fesseln,9dass sie an ihnen vollziehen das Gericht, wie geschrieben ist. Solche Ehre werden alle seine Heiligen haben. Halleluja! (Jes 34:1; Jes 63:4; Joël 4:2)