van Biblica1Prijs de HERE! Geef eer aan de HERE in de hemel, prijs zijn naam die hoog verheven is.2Prijs Hem, engelen! Prijs Hem, hemelse legers!3Prijs Hem, zon en maan! Prijs Hem, alle sterren, die zoveel licht geven!4Prijs Hem, alle hemelen en al het water dat de hemel omspant!5Laat alles de naam van de HERE prijzen! Want op zijn bevel werd alles gemaakt.6Hij heeft alles vastgesteld voor altijd. Hij gaf aan alles een wetmatigheid, die geen ervan overtreedt.7Prijs de HERE op aarde! Prijs Hem, alle grote dieren in de zee en alle diepe zeebodems!8Prijs Hem, vuur en hagel, sneeuw en mist, en ook u, stormen, die zijn woord uitvoeren!9Prijs Hem, bergen en heuvels, boomgaarden en cederbomen!10Prijs Hem, wilde dieren en het vee, kruipende dieren en vogels!11Prijs Hem, alle koningen op aarde en alle volken! Prijs Hem, alle heersers en machthebbers op aarde!12Prijs Hem, jonge mannen en meisjes, jonge en oude mensen samen!13Laat iedereen de naam van de HERE prijzen! Want alleen zijn naam is waard geprezen te worden. Zijn macht en heerlijkheid strekken zich uit over hemel en aarde.14Want Hij heeft zijn volk een hoge positie gegeven: ieder die Hem liefheeft, kan Hem prijzen. Alle Israëlieten, het volk dat Hij dicht nabij blijft. Prijs de HERE!
1Halleluja! Lobet im Himmel den HERRN, lobet ihn in der Höhe! (Ps 103:20)2Lobet ihn, alle seine Engel, lobet ihn, all sein Heer!3Lobet ihn, Sonne und Mond, lobet ihn, alle leuchtenden Sterne! (Gen 1:1)4Lobet ihn, ihr Himmel aller Himmel und ihr Wasser über dem Himmel!5Die sollen loben den Namen des HERRN; denn er gebot, da wurden sie geschaffen. (Ps 33:9)6Er lässt sie bestehen für immer und ewig; er gab eine Ordnung, die dürfen sie nicht überschreiten.7Lobet den HERRN auf Erden, ihr großen Fische und alle Tiefen des Meeres,8Feuer, Hagel, Schnee und Nebel, Sturmwinde, die sein Wort ausrichten,9ihr Berge und alle Hügel, ihr Fruchtbäume und alle Zedern,10ihr Tiere und alles Vieh, Gewürm und Vögel,11ihr Könige auf Erden und alle Völker, Fürsten und alle Richter auf Erden,12Jünglinge und Jungfrauen, Alte mit den Jungen!13Die sollen loben den Namen des HERRN; denn sein Name allein ist hoch, seine Herrlichkeit reicht, so weit Himmel und Erde ist.14Er erhöht das Horn seines Volkes. Alle seine Heiligen sollen loben, die Israeliten, das Volk, das ihm nahe ist. Halleluja! (Deut 4:7)