van Biblica1Prijs de HERE! Dienaars van de HERE, loof en prijs zijn naam!2Laat de naam van de HERE worden geprezen en geëerd, nu en tot in eeuwigheid.3Over de hele aarde moet de naam van de HERE worden geprezen.4De HERE staat boven alle mensen en volken. Hoog boven de hemelen troont zijn heerlijkheid.5Is iemand te vergelijken met de HERE? Met onze God, die zo onmeetbaar hoog woont?6Met onze God, die zo heel laag moet neerzien om te zien wat in de hemel en op aarde gebeurt?7Hij helpt kleine mensen opstaan uit het stof en armen tilt Hij op uit de modder.8Hij laat hen zitten bij de vooraanstaanden uit het volk.9Onvruchtbare vrouwen verandert Hij in gelukkige moeders. Prijs de HERE!
1(Ps 113,1–118,29: vgl. Mt 26,30) Halleluja! Lobet, ihr Knechte des HERRN, lobet den Namen des HERRN!2Gelobt sei der Name des HERRN von nun an bis in Ewigkeit!3Vom Aufgang der Sonne bis zu ihrem Niedergang sei gelobet der Name des HERRN! (Ps 50:1)4Der HERR ist hoch über alle Völker; seine Herrlichkeit reicht, so weit der Himmel ist.5Wer ist wie der HERR, unser Gott, der oben thront in der Höhe,6der niederschaut in die Tiefe, auf Himmel und Erde;7der den Geringen aufrichtet aus dem Staube und erhöht den Armen aus dem Schmutz, (Gen 41:40; 1 Sam 2:8; Luk 1:48)8dass er ihn setze neben die Fürsten, neben die Fürsten seines Volkes;9der die Unfruchtbare im Hause wohnen lässt, dass sie eine fröhliche Kindermutter wird. Halleluja! (Gen 21:2; 1 Sam 1:20; Luk 1:57)