van Biblica1Een psalm van David. Met hart en ziel wil ik de HERE prijzen en zijn heilige naam loven.2Mijn ziel, prijs de HERE en vergeet vooral nooit wat Hij allemaal voor goeds heeft gedaan.3Hij vergeeft mij al mijn zonden en geneest mij van elke ziekte.4Hij geeft mij het leven terug. Hij schenkt mij zijn goedheid, trouw en liefdevolle medelijden.5Hij overstelpt mij met zegeningen en ik voel mij weer jong als vroeger.6De HERE helpt allen die verdrukt worden, Hij laat het recht voor hen zegevieren.7Aan Mozes vertelde Hij zijn bedoelingen en het volk van Israël mocht zijn grote daden zien.8De HERE is vol medelijden, vergeving en genade. Hij heeft geduld en zijn goedheid en trouw zijn overvloedig.9Hij blijft niet altijd boos op ons, eens komt daar een einde aan.10Hij behandelt ons niet naar wat wij door onze zonden verdienen. Hij stelt het goede tegenover onze tekortkomingen.11Zo groot en machtig als de hemel boven de aarde verheven is, net zo groot en machtig zijn zijn goedheid en trouw voor wie eerbied en ontzag voor Hem hebben.12Hij neemt onze zonden van ons af en doet ze zo ver weg dat wij het niet kunnen peilen. Eigenlijk net zo ver als het oosten van het westen verwijderd is.13Zoals een vader met liefde voor zijn kinderen zorgt, zo zorgt de HERE voor wie ontzag voor Hem hebben.14Hij kent ons en weet dat wij beperkt zijn.15Het leven van de mens is maar kort, net als een bloem bloeit hij even,16maar als de wind erover blaast, is er niets meer over.17Maar de goedheid en trouw van de HERE zijn eeuwig en gelden voor wie eerbied en ontzag voor Hem hebben. Zijn rechtvaardigheid is voor hun nageslacht.18Voor wie zijn wil doen en met zorg hun levensweg met Hem gaan.19De troon van de HERE staat in de hemel, Hij is Koning over alles.20Laten alle engelen de HERE loven en prijzen. Zij zijn sterke helden die zijn woord uitvoeren en luisteren naar zijn stem.21Laten alle hemelse legers de HERE prijzen. Zij zijn de dienaren die zijn wil uitvoeren.22Laat alles wat de HERE heeft gemaakt Hem prijzen, overal waar Hij heerst. Met hart en ziel wil ik de HERE prijzen.
1Von David. Lobe den HERRN, meine Seele, und was in mir ist, seinen heiligen Namen!2Lobe den HERRN, meine Seele, und vergiss nicht, was er dir Gutes getan hat: (Deut 4:9)3der dir alle deine Sünde vergibt und heilet alle deine Gebrechen, (Ps 32:1)4der dein Leben vom Verderben erlöst, der dich krönet mit Gnade und Barmherzigkeit,5der deinen Mund fröhlich macht[1] und du wieder jung wirst wie ein Adler. (Jes 40:31)6Der HERR schafft Gerechtigkeit und Recht allen, die Unrecht leiden.7Er hat seine Wege Mose wissen lassen, die Kinder Israel sein Tun. (Ex 33:13)8Barmherzig und gnädig ist der HERR, geduldig und von großer Güte. (Ps 86:15)9Er wird nicht für immer hadern noch ewig zornig bleiben. (Jes 57:16)10Er handelt nicht mit uns nach unsern Sünden und vergilt uns nicht nach unsrer Missetat.11Denn so hoch der Himmel über der Erde ist, lässt er seine Gnade walten über denen, die ihn fürchten. (Ps 36:6; Jes 55:8)12So fern der Morgen ist vom Abend, lässt er unsre Übertretungen von uns sein.13Wie sich ein Vater über Kinder erbarmt, so erbarmt sich der HERR über die, die ihn fürchten. (Luk 15:11)14Denn er weiß, was für ein Gebilde wir sind; er gedenkt daran, dass wir Staub sind. (Gen 2:7; Gen 3:19)15Ein Mensch ist in seinem Leben wie Gras, er blüht wie eine Blume auf dem Felde; (Job 7:10; Ps 90:5)16wenn der Wind darüber geht, so ist sie nimmer da, und ihre Stätte kennet sie nicht mehr.17Die Gnade aber des HERRN währt von Ewigkeit zu Ewigkeit über denen, die ihn fürchten, und seine Gerechtigkeit auf Kindeskind (Luk 1:50)18bei denen, die seinen Bund halten und gedenken an seine Gebote, dass sie danach tun.19Der HERR hat seinen Thron im Himmel errichtet, und sein Reich herrscht über alles.20Lobet den HERRN, ihr seine Engel, / ihr starken Helden, die ihr sein Wort ausführt, dass man höre auf die Stimme seines Wortes! (Ps 29:1; Ps 148:1; Jes 6:1; Dan 7:10)21Lobet den HERRN, alle seine Heerscharen, seine Diener, die ihr seinen Willen tut!22Lobet den HERRN, alle seine Werke, / an allen Orten seiner Herrschaft! Lobe den HERRN, meine Seele!