van Biblica1Mijn zoon, denk aan wat ik heb gezegd en houd mijn geboden voor ogen bij alles wat je doet.2Gehoorzaamheid aan mijn geboden zal je het leven geven, dus moet mijn wet alles voor je betekenen.3Leg die wet nooit opzij, maar berg haar diep in je hart.4Beschouw de wijsheid als je zuster en het verstand als een goede vriend.5Dan kunnen zij je beschermen tegen die vrouw die niet van jou is, die vreemdelinge die jou met lieve woordjes tracht te paaien.6Ik keek uit mijn raam, door mijn tralievenster,7en zag, terwijl ik mijn ogen langs de onverstandigen liet gaan, een jongen die erg dom bezig was.8Hij liep over straat, naderde haar woning en liep ernaartoe.9Het schemerde, het was bijna nacht.10Een vrouw kwam hem tegemoet, gekleed zoals bij haar beroep paste, doortrapt en op haar hoede.11Zij was ongezeglijk en losbandig en verbleef maar zelden in haar eigen huis.12Soms liep ze door de stad, soms hing ze op een straathoek rond.13Zij vloog hem om de hals, kuste hem en zei met een stalen gezicht:14‘Ik had beloofd dankoffers te brengen en vandaag ben ik mijn belofte nagekomen.15Daarom was ik op zoek naar jou en, gelukkig, ik heb je gevonden!16Ik heb de mooiste zachte tapijten op mijn bed gelegd, een prachtig bewerkt bed heb ik, met het fijnste Egyptische linnen.17En daaroverheen heb ik mirre, aloë en kaneel gesprenkeld.18Dus laten we elkaar beminnen, het hoofd op hol jagen, de hele nacht, en met plezier de liefde bedrijven.19Mijn man is niet thuis en komt voorlopig ook niet terug.20Hij heeft flink wat geld meegenomen en zei mij dat het nog wel even duurde voor hij weer thuiskwam.’21Voor haar stortvloed van woorden ging hij door de knieën, haar vleiend gepraat miste zijn uitwerking niet.22Hij liep haar achterna, als een koe naar het slachthuis, als een misdadiger op weg naar het schavot,23als een vogel die snel op de strik afvliegt, zonder te beseffen dat dat hem het leven kost, totdat de pijn hem als een mes door het lichaam gaat.24Wel, kinderen, luister naar mij!25Laat je hart niet afdwalen naar haar levenswijze, zet geen voet op de weg die zij volgt.26Want zij heeft al heel wat gewonden neergeslagen en de lijst van haar slachtoffers is lang.27Haar huis leidt rechtstreeks naar de dood.
1My son, keep my words and treasure up my commandments with you; (Spr 2:1)2keep my commandments and live; keep my teaching as the apple of your eye; (Deut 32:10; Spr 4:4)3bind them on your fingers; write them on the tablet of your heart. (Spr 3:3)4Say to wisdom, “You are my sister,” and call insight your intimate friend,5to keep you from the forbidden[1] woman, from the adulteress[2] with her smooth words. (Spr 2:16)6For at the window of my house I have looked out through my lattice, (Ri 5:28)7and I have seen among the simple, I have perceived among the youths, a young man lacking sense, (Spr 1:4; Spr 6:32)8passing along the street near her corner, taking the road to her house (Spr 7:12)9in the twilight, in the evening, at the time of night and darkness. (Job 24:15; Spr 20:20)10And behold, the woman meets him, dressed as a prostitute, wily of heart.[3] (Gen 38:14)11She is loud and wayward; her feet do not stay at home; (Spr 9:13; Hos 4:16; 1 Tim 5:13; Tit 2:5)12now in the street, now in the market, and at every corner she lies in wait. (Spr 7:8; Spr 23:28)13She seizes him and kisses him, and with bold face she says to him, (Spr 21:29)14“I had to offer sacrifices,[4] and today I have paid my vows; (Lev 7:11; Ps 50:14)15so now I have come out to meet you, to seek you eagerly, and I have found you.16I have spread my couch with coverings, colored linens from Egyptian linen; (Spr 31:22; Jes 19:9)17I have perfumed my bed with myrrh, aloes, and cinnamon. (Ex 30:23; Ps 45:8)18Come, let us take our fill of love till morning; let us delight ourselves with love.19For my husband is not at home; he has gone on a long journey; (Mat 20:11)20he took a bag of money with him; at full moon he will come home.”21With much seductive speech she persuades him; with her smooth talk she compels him. (Ps 12:2; Spr 5:3; Spr 6:24)22All at once he follows her, as an ox goes to the slaughter, or as a stag is caught fast[5]23till an arrow pierces its liver; as a bird rushes into a snare; he does not know that it will cost him his life. (Pr 9:12)24And now, O sons, listen to me, and be attentive to the words of my mouth. (Spr 4:1)25Let not your heart turn aside to her ways; do not stray into her paths,26for many a victim has she laid low, and all her slain are a mighty throng. (Ri 16:1; Neh 13:26)27Her house is the way to Sheol, going down to the chambers of death. (Spr 2:18; Spr 5:5; Spr 9:18)