van Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met fluitspel.2O HERE, wilt U mijn gebed aanhoren? Luister toch naar mijn smeken.3God, U bent mijn Koning en ik richt mij tot U.4Elke morgen kijk ik omhoog naar U en wacht op uw antwoord, en U hoort mij roepen.5Ik weet dat slechtheid bij U geen stand houdt en dat geen enkele goddeloze op uw bescherming kan rekenen.6Hoogmoedige zondaars kunnen uw onderzoekende blik niet doorstaan, omdat U hun slechte daden haat.7Om hun leugens zult U hen vernietigen, U verafschuwt moord en bedrog, HERE.8Ikzelf mag dankzij uw genade en liefde uw tempel binnengaan. Met diep ontzag zal ik U eren.9HERE, wilt U mij leiden? Anders zullen mijn vijanden over mij zegevieren. Wilt U mij duidelijk maken wat ik moet doen en welke weg ik moet inslaan?10Mijn tegenstanders zullen elke kans aangrijpen om mij in een kwaad daglicht te stellen. Wat uit hun mond komt, stinkt naar zonde en dood, zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog. Hun lippen spuwen dodelijk vergif.11O God, spreek het ‘schuldig’ over hen uit! Vang hen met hun eigen valstrikken, verdrijf hen om de overvloed van hun overtredingen, want zij komen in opstand tegen U.12Maar ieder die zijn vertrouwen op U stelt, zal zich verheugen. Zij zullen tot in eeuwigheid van vreugde juichen, omdat U hen beschermt. Dan zal ieder die U liefheeft, overlopen van blijdschap.13Want U, HERE, zegent uw volgelingen. U beschermt hen met uw schild van liefde.
Al director del coro, para nejilot. Salmo de David.
1Escucha, oh YHVH, mis palabras, Considera mi pensamiento.2Atiende a la voz de mi clamor, Rey mío y Dios mío, porque a ti oraré.3Oh YHVH, oirás mi voz de mañana, De mañana la presentaré ante ti, Y esperaré.4Porque tú no eres un Dios que se complace en la impiedad, La maldad no habita contigo.5Los arrogantes no se presentarán ante tu vista, Aborreces a todos los que hacen iniquidad.6Destruyes a los que hablan falsedad, YHVH abomina al hombre sanguinario y engañador.7Pero yo entraré en tu Casa en la abundancia de tu misericordia, Y en tu temor me postraré hacia tu santo templo.8Guíame, oh YHVH, en tu justicia, A causa de los que se oponen contra mí, Haz llano tu camino delante de mí.9Porque no hay sinceridad en la boca de ellos, Todas sus entrañas son insidias, Sepulcro abierto es su garganta, Con su lengua hablan lisonjas.10¡Oh ’Elohim, castígalos! ¡Caigan por sus propios consejos! ¡Extravíense en la multitud de sus transgresiones, Porque se han rebelado contra ti!11Pero, ¡alégrense todos los que en ti confían! ¡Den voces de júbilo para siempre porque Tú los defiendes! ¡Regocíjense en ti los que aman tu Nombre!12Porque Tú, oh YHVH, bendices al justo, Y como un escudo lo rodeas de tu favor.