de Biblica1Oh Señor, soberano nuestro, ¡qué imponente es tu nombre en toda la tierra! ¡Has puesto tu gloria sobre los cielos!2Por causa de tus adversarios has hecho que brote la alabanza[1] de labios de los pequeñitos y de los niños de pecho, para silenciar al enemigo y al rebelde.3Cuando contemplo tus cielos, obra de tus dedos, la luna y las estrellas que allí fijaste,4me pregunto: «¿Qué es el hombre, para que en él pienses? ¿Qué es el ser humano[2], para que lo tomes en cuenta?»5Pues lo hiciste poco menos que un dios,[3] y lo coronaste de gloria y de honra:6lo entronizaste sobre la obra de tus manos, todo lo sometiste a su dominio;7todas las ovejas, todos los bueyes, todos los animales del campo,8las aves del cielo, los peces del mar, y todo lo que surca los senderos del mar.9Oh Señor, soberano nuestro, ¡qué imponente es tu nombre en toda la tierra!
Salmo 8
Het Boek
de Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met het muziekinstrument uit Gat.2HERE, onze God, de majesteit en glorie van uw naam vullen de gehele aarde en de hemelen vloeien ervan over.3U hebt de kleine kinderen geleerd U volmaakt te prijzen. Hun voorbeeld zal uw vijanden en hen die op wraak zinnen, beschaamd doen staan en tot zwijgen brengen!4Als ik ʼs nachts omhoogkijk naar de hemel en het werk van uw handen zie, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,5wat is dan de mens, dat U zoveel om hem geeft? Wat is een mensenkind dat U Zich om hem bekommert?6En U hebt hem een plaats vlak onder Uzelf gegeven, U hebt hem gekroond met heerlijkheid en eer.7U hebt hem zelfs het beheer gegeven over alles wat U hebt gemaakt, alles staat onder zijn gezag:8alle schapen en runderen en andere dieren in het veld,9de vogels in de lucht en de vissen en andere wezens in de zee.10O HERE, onze God, de majesteit en glorie van uw naam vullen de hele aarde!