Salmo 30

Nueva Versión Internacional

de Biblica
1 Te exaltaré, Señor, porque me levantaste, porque no dejaste que mis enemigos se burlaran de mí.2 Señor mi Dios, te pedí ayuda y me sanaste.3 Tú, Señor, me sacaste del sepulcro; me hiciste revivir de entre los muertos.4 Canten al Señor, ustedes sus fieles; alaben su santo nombre.5 Porque sólo un instante dura su enojo, pero toda una vida su bondad. Si por la noche hay llanto, por la mañana habrá gritos de alegría.6 Cuando me sentí seguro, exclamé: «Jamás seré conmovido.»7 Tú, Señor, en tu buena voluntad, me afirmaste en elevado baluarte; pero escondiste tu rostro, y yo quedé confundido.8 A ti clamo, Señor soberano; a ti me vuelvo suplicante.9 ¿Qué ganas tú con que yo muera,[1] con que descienda yo al sepulcro? ¿Acaso el polvo te alabará o proclamará tu verdad?10 Oye, Señor; compadécete de mí. ¡Sé tú, Señor, mi ayuda!11 Convertiste mi lamento en danza; me quitaste la ropa de luto y me vestiste de fiesta,12 para que te cante y te glorifique, y no me quede callado. ¡Señor mi Dios, siempre te daré gracias!

Salmo 30

Het Boek

de Biblica
1 Een psalm van David. Een speciaal lied voor de inwijding van de tempel.2 Ik geef U alle eer en lof, HERE, want U hebt mij uit de put gehaald. U zorgde ervoor dat mijn vijanden geen leedvermaak over mij konden hebben.3 Naar U heb ik geroepen om hulp, HERE, mijn God, en U hebt mij genezen.4 U gaf mij het leven terug en redde mij van de dood. Ik hoefde nog niet te sterven.5 Laten al zijn volgelingen psalmen zingen voor de HERE en zijn heilige naam loven en prijzen.6 Want zijn toorn duurt niet lang, maar zijn liefde mogen wij ons hele leven ervaren. ʼs Avonds is er droefheid, maar ʼs morgens klinkt gejuich.7 In mijn overmoed dacht ik altijd dat mij nooit iets zou overkomen,8 want U, HERE, hield van mij en ik stond stevig als een berg. Maar zodra U Zich voor mij verborg, was ik alle houvast kwijt.9 Ik riep U, HERE, en ik smeekte U om genade:10 ‘Wat heeft het voor zin als ik sterf en begraven word? Het stof kan U niet eren en prijzen of vertellen over uw trouw!11 Luister toch, HERE, geef mij genade. Och HERE, wilt U mij helpen?’12 U veranderde mijn droevig gebed in een blij danklied. U nam mij mijn rouwkleding af en bekleedde mij met vreugde.13 Zodat ik voortdurend lofliederen voor U zou zingen. HERE, mijn God, ik zal U altijd blijven prijzen.