Salmo 3

Nueva Versión Internacional

de Biblica
1 Muchos son, Señor, mis enemigos; muchos son los que se me oponen,2 y muchos los que de mí aseguran: «Dios no lo salvará.» Selah3 Pero tú, Señor, me rodeas cual escudo; tú eres mi gloria; ¡tú mantienes en alto mi cabeza!4 Clamo al Señor a voz en cuello, y desde su monte santo él me responde. Selah5 Yo me acuesto, me duermo y vuelvo a despertar, porque el Señor me sostiene.6 No me asustan los numerosos escuadrones que me acosan por doquier.7 ¡Levántate, Señor! ¡Ponme a salvo, Dios mío! ¡Rómpeles la quijada a mis enemigos! ¡Rómpeles los dientes a los malvados!8 Tuya es, Señor, la salvación; ¡envía tu bendición sobre tu pueblo! Selah

Salmo 3

Het Boek

de Biblica
1 Een psalm van David toen hij op de vlucht was voor zijn zoon Absalom.2 HERE, iedereen is tegen mij, velen willen mij kwaad doen. Ik heb zoveel vijanden.3 Velen zeggen dat God mij toch niet zal helpen.4 Maar HERE, U bent mijn beschermende schild en U houdt mijn eer hoog. U bent mijn enige hoop! Alleen uw kracht houdt mij overeind.5 Ik schreeuwde het uit van ellende naar de HERE en Hij hoorde mij in zijn heiligdom.6 Toen pas durfde ik rustig te gaan liggen en vredig te gaan slapen. Ik werd ook weer veilig wakker, want de HERE hield de wacht over mij.7 En al staan nu aan weerszijden van mij tienduizenden vijanden, ik ben er niet meer bang voor.8 Ik roep dan: ‘Sta op, HERE! Mijn God, red mij!’ En Hij zal hen dan in het gezicht slaan. Hij slaat hun de tanden uit de mond.9 Want de ware redding komt alleen van de HERE. Hij zegent zijn volgelingen en geeft hun vrede.