1A ti, SEÑOR, elevo mi alma.2En ti confío, mi Dios. No permitas que me humillen. No dejes a mis enemigos que se alegren en mi derrota.3Nadie que tenga fe en ti, Dios mío, se avergonzará de haber puesto su confianza en ti. Pero los que engañan a otros serán avergonzados.4Enséñame la senda que debo seguir, SEÑOR. Indícame el camino por donde debo andar.5¡Guíame por medio de tu verdad, enséñame! Porque tú eres el Dios que me da salvación; en nadie sino en ti tengo esperanza todo el día.6Acuérdate, SEÑOR, de tu misericordia y gran amor que siempre me has mostrado.7Pasa por alto los pecados de mi juventud, SEÑOR; mírame con ojos de misericordia y perdón.8Bueno eres, SEÑOR, y enseñas el camino recto a cuantos se extravían.9Tú diriges a los humildes en la justicia y les enseñas su camino.10Tú, SEÑOR, guías con gran amor y fidelidad a quienes guardan tu pacto y obedecen tus decretos.11Pero ¡ay, SEÑOR, mis pecados! ¡Cuántos son! ¡Perdónamelos por amor a tu nombre!12Al que te teme, SEÑOR, tú le enseñarás a elegir el mejor sendero.13Vivirá rodeado de las bendiciones que sólo tú envías, y sus descendientes heredarán la tierra.14Ser amigo tuyo, oh Dios, es privilegio de quienes te honran. Sólo con ellos compartes los secretos de tu pacto.15Continuamente buscan mis ojos el socorro que sólo tú, SEÑOR, me ofreces, pues sólo tú puedes salvarme de las trampas de mis enemigos.16Ven, SEÑOR, y muéstrame tu misericordia, pues me hallo indefenso, abrumado, sumido en la tribulación.17De mal en peor van mis problemas, ¡ay, líbrame de ellos!18Siente mis dolores; fíjate en mis angustias; perdona mis pecados.19Mira cuántos son mis enemigos y cuán tremendo es su odio contra mí.20¡Líbrame de ellos! ¡Salva mi vida de su poder! ¡No se diga jamás que inútilmente confié en ti!21Dame por guardias la santidad y la integridad, pues espero que me protejas,22y que redimas de todas sus tribulaciones a Israel.
Salmo 25
Het Boek
de Biblica1Een lied van David. Mijn hele wezen is op U gericht, HERE!2Laat mij niet in de steek, Here, want ik vertrouw helemaal op U. Zorg dat mijn vijanden mij niet overwinnen.3Niemand die in God gelooft en op Hem vertrouwt, zal in Hem teleurgesteld worden. Maar zij die zich onverschillig van U afkeren, zullen de nederlaag lijden.4Toont U mij de paden waarover ik gaan moet, HERE. Wilt U de wegen wijzen die U goed voor mij vindt?5Wijst U mij de weg van uw waarheid. Ik wil van U leren, want U bent de God van wie ik mijn hulp verwacht. Op U vestig ik mijn hoop, elke dag van mijn leven.6Wilt U naar mij kijken met ogen vol genade en vergeving, met eeuwige liefde en vriendelijkheid?7Wilt U voorbijgaan aan de zonden die ik in mijn jeugd begaan heb, HERE!8De HERE is goed en graag bereid hun die dreigen te verdwalen, de juiste weg te tonen.9Hij zal de beste weg tonen aan hen die zich in hun afhankelijkheid tot Hem richten.10Als wij Hem dan gehoorzamen, zal elk pad waarop Hij ons leidt, getooid zijn met zijn liefdevolle goedheid en waarheid.11Maar HERE! Ik heb zoveel zonden begaan! Och, wilt U die vergeven tot eer van uw naam?12Waar is de man die ontzag heeft voor de HERE? God zal hem leren hoe hij steeds de juiste keus kan maken.13Hij mag leven onder Gods zegen en zijn kinderen zullen het land in bezit nemen.14De vriendschap met God is voor hen die Hem eerbied bewijzen. Zij zullen de geheimen, verborgen in zijn beloften, leren kennen.15Ik kijk voortdurend op naar de HERE om zijn hulp te vragen, want alleen Hij kan mij redden.16Kom toch, HERE, en toon mij uw genade, want ik ben eenzaam en diep wanhopig.17Mijn zorgen nemen toe, lost U ze toch voor mij op!18Kijk eens wat een zorgen ik heb! Voelt U mijn pijn? Vergeef mij mijn zonden!19Ziet U hoeveel vijanden ik heb en hoe hartgrondig zij mij haten?20Red mij uit hun handen en bevrijd mij uit hun macht! Och, laat toch nooit van mij gezegd kunnen worden dat ik vergeefs op U heb gehoopt!21Voorzie mij van godsvrucht en integriteit alsof het mijn lijfwachten zijn, want ik verwacht dat U mij zult beschermen.22O God, wilt U Israël bevrijden uit alle moeilijkheden?