Salmo 108

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 Mi corazón, oh Dios, está listo para cantarte himnos. ¡Voy a despertarme!2 ¡Despierten, también, arpa y lira! ¡Voy a despertar al nuevo día!3 Te alabaré, SEÑOR, entre todos los pueblos; te cantaré alabanzas entre todas las naciones.4 Porque tu gran amor es más alto que los cielos; tu fidelidad llega hasta el firmamento.5 Exaltado seas, oh Dios, sobre los cielos, y tu gloria brille sobre la tierra.6 Sálvanos con tu poderosa diestra, y rescata a tu amado pueblo.7 Dios ha prometido por su santidad: «Con alegría repartiré Siquén, y dividiré el valle de Sucot.8 Mío es Galaad, y también Manasés; la tierra de Efraín es el yelmo de mi cabeza, Judá es mi cetro.9 Moab es mi fiel sirviente, Edom mi esclavo; sobre Filistea lanzo gritos de triunfo».10 ¿Quién me llevará a la ciudad fortificada? ¿Quién me dará la victoria sobre Edom?11 SEÑOR, ¿nos has desechado? ¿Has abandonado nuestros ejércitos?12 ¡Oh, ayúdanos a combatir a nuestros enemigos, pues los hombres son aliados inútiles!13 Pero con tu ayuda realizaremos grandes proezas. Porque él aplasta a nuestros enemigos.

Salmo 108

Het Boek

de Biblica
1 Een psalm van David.2 Ik voel mij veilig en rustig bij U, mijn God! Ik verlang ernaar voor U lofliederen te zingen.3 Vooruit, harp en citer! Nog voor de zon opkomt, wil ik al spelen.4 In tegenwoordigheid van alle volken, HERE, wil ik U prijzen en eren. Voor vreemde volken wil ik psalmen over U zingen.5 Uw goedheid en liefde zijn onmetelijk, zij gaan hoger dan het blauw van de hemel. Uw trouw is net zomin op te meten als de afstand tot de wolken.6 Maak Uzelf maar groot tot in alle hemelen, mijn God. Uw macht en majesteit zullen over de hele wereld worden gezien.7 Wilt U ons antwoorden? Wilt U ons de overwinning bezorgen, zodat uw volgelingen worden bevrijd?8 God heeft in zijn heilige woning gesproken en ik juich over zijn antwoord. Ik zal Sichem verdelen en het dal van Sukkot opmeten.9 Gilead en Manasse zijn van mij en Efraïm is mijn helm. Juda is de staf waarmee ik regeer.10 Moab is mijn wasbak, Edom vertrap ik met mijn sandalen en over Filistea triomfeer ik.11 Wie brengt mij naar de versterkte vesting? Wie begeleidt mij naar Edom?12 U bent het, o God, U die ons eerst had verstoten. Wilt U, o God, optrekken met onze legers?13 Help ons tegen de vijand, want hulp van mensen stelt niets voor.14 Met de hulp van God kunnen wij dapper strijden, Hij zal onze vijanden verslaan.