1Een psalm van David voor de koordirigent.2HERE, bescherm mij tegen de misdadigers en houd mij uit de handen van hen die geweld liefhebben.3Zij beramen slechte plannen en zijn voortdurend uit op oorlog.4Hun tong is zo scherp als die van een slang en hun lippen spuwen dodelijk gif.5HERE, bescherm mij tegen de aanvallen van de ongelovigen en houd mij uit de handen van hen die geweld liefhebben. Zij zijn van plan mij te laten struikelen.6Hoogmoedige mensen zetten vallen voor mij, valstrikken en netten om mij te vangen.7Maar ik zeg tegen de HERE: ‘U bent mijn God.’ HERE, luister toch naar mijn bidden en smeken.8Almachtige HERE, U bevrijdt mij door uw kracht. U beschermt mijn leven wanneer de oorlog uitbreekt.9HERE, voorkom dat mijn vijanden hun zin krijgen. En laat, als zij mij aanvallen, hun aanslag mislukken.10Het kwaad van de mensen om mij heen en de slechte dingen die zij zeggen, zullen hun zelf overkomen.11Laat het gloeiende kolen op hen regenen, laat hen in een vuurkuil vallen waar ze nooit meer uitkomen.12De roddelaar heeft geen recht van leven in dit land en ik hoop dat het ongeluk de misdadiger inhaalt.13Ik ben ervan overtuigd dat de HERE het opneemt voor de armen en verdedigt wie het moeilijk hebben.14Het is duidelijk dat de oprechte mensen uw naam zullen prijzen, zij mogen in uw nabijheid leven.