van Biblica1Zing een nieuw lied voor de HERE, laat de hele aarde maar meezingen.2Zing een loflied voor de HERE tot eer van zijn naam, vertel ieder over zijn uitredding, dag in, dag uit.3Vertel alle volken hoe groot Hij is en welke machtige wonderen Hij doet.4De HERE is immers groot en machtig? Hij is het waard van harte te worden geprezen, roemrucht is zijn naam.5De goden van alle andere volken zijn maar afgoden, de HERE heeft de hemel gemaakt.6Zijn grootheid en macht gaan voor Hem uit en zijn kracht en eer omringen Hem.7Laten alle mensen, van elk volk en elke generatie, de HERE eer geven. Laten zij allemaal zijn macht en kracht prijzen.8Prijs de grootheid van de naam van de HERE. Kom naar zijn huis en breng Hem uw offers.9Doe uw mooiste kleren aan en buig u voor de HERE neer. Laat de hele aarde beven als Hij komt.10Zeg tegen de volken: ‘De HERE is de grote Koning. De wereld is stevig gefundeerd. God zal een rechtvaardig oordeel over de volken uitspreken.’11Er is blijdschap in de hemel en de aarde jubelt het uit. De zee bruist van vreugde, samen met alles wat erin is.12Ook de velden en alles wat daarop leeft, verheugen zich. De bomen in de bossen jubelen.13Dat is voor de HERE, want Hij komt om zijn oordeel over de aarde uit te spreken. Hij zal in oprechtheid over de wereld rechtspreken en zijn trouw aan alle volken bekendmaken.
1Singet dem HERRN ein neues Lied; singet dem HERRN, alle Welt! (1 Kron 16:23; Ps 33:3)2Singet dem HERRN und lobet seinen Namen, verkündet von Tag zu Tag sein Heil!3Erzählet unter den Heiden von seiner Herrlichkeit, unter allen Völkern von seinen Wundern!4Denn der HERR ist groß und hoch zu loben, mehr zu fürchten als alle Götter.5Denn alle Götter der Völker sind Götzen; aber der HERR hat den Himmel gemacht.6Hoheit und Pracht sind vor ihm, Macht und Herrlichkeit in seinem Heiligtum.7Ihr Völker, bringet dar dem HERRN, bringet dar dem HERRN Ehre und Macht!8Bringet dar dem HERRN die Ehre seines Namens, bringet Geschenke und kommt in seine Vorhöfe!9Betet an den HERRN in heiligem Schmuck; es fürchte ihn alle Welt!10Sagt unter den Heiden: Der HERR ist König. Er hat den Erdkreis gegründet, dass er nicht wankt. Er richtet die Völker recht. (Ps 93:1)11Der Himmel freue sich, und die Erde sei fröhlich, das Meer brause und was darinnen ist; (Ps 98:7; Jes 49:13)12das Feld sei fröhlich und alles, was darauf ist; jauchzen sollen alle Bäume im Walde13vor dem HERRN; denn er kommt, denn er kommt, zu richten das Erdreich. Er wird den Erdkreis richten mit Gerechtigkeit und die Völker mit seiner Wahrheit. (Ps 82:8; Hand 17:31)