van Biblica1Een psalm van de Korachieten voor de koordirigent.2Klap in uw handen, alle volken op aarde, juich voor God met lofliederen.3De HERE, de Allerhoogste, is beroemd en gevreesd, Hij is de grote Koning van de hele aarde.4Hij laat ons andere volken overwinnen, wij heersen over andere landen.5Hij zoekt voor ons een erfdeel uit, waar Jakob trots op zal zijn. God houdt van Jakob.6God stijgt ten hemel onder juichende klanken, de HERE stijgt ten hemel bij het geluid van schallende trompetten.7Zing voor God, zing psalmen voor onze Koning, laten onze lofliederen voor Hem opklinken.8God is immers Koning over de hele aarde! Zing voor Hem een psalm, een prachtig lied.9God regeert vanaf zijn heilige troon over alle volken op aarde.10De leiders van alle volken komen bij elkaar en sluiten zich aan bij het volk van Abrahams God. Want alle bescherming die de aarde biedt, is van God. Hij is de Allerhoogste.
1Ein Psalm der Korachiter, vorzusingen.2Schlagt froh in die Hände, alle Völker, und jauchzet Gott mit fröhlichem Schall!3Denn der HERR, der Allerhöchste, ist zu fürchten, ein großer König über die ganze Erde.4Er zwingt die Völker unter uns und Völkerschaften unter unsere Füße.5Er erwählt uns unser Erbteil, die Herrlichkeit Jakobs, den er liebt. Sela. (Deut 32:9)6Gott fährt auf unter Jauchzen, der HERR beim Schall der Posaune.7Lobsinget, lobsinget Gott, lobsinget, lobsinget unserm Könige!8Denn Gott ist König über die ganze Erde; lobsinget ihm mit Psalmen! (Ps 93:1)9Gott ist König über die Völker, Gott sitzt auf seinem heiligen Thron.10Die Fürsten der Völker sind versammelt als Volk des Gottes Abrahams; denn Gott gehören die Schilde auf Erden; er ist hoch erhaben.