van Biblica1Zing een loflied voor de HERE, allen die met God leven! Het is goed als Gods kinderen Hem loven.2Zing een loflied voor de HERE met de citer, zing een psalm met de tiensnarige harp.3Zing een nieuw lied voor de HERE, begeleid door prachtig snarenspel.4Want het woord van de HERE is betrouwbaar en uit al zijn daden blijkt zijn trouw.5God houdt van oprechtheid en eerlijkheid. De aarde loopt over van de goedheid en liefde van de HERE.6De hemelen werden door het woord van de HERE gemaakt, alles wat erin is, ontstond door zijn adem.7Hij brengt het water in de zeeën bijeen en slaat al het water op in zijn schatkamers.8Laat de hele aarde ontzag hebben voor de HERE, alle bewoners van de aarde moeten met eerbied voor Hem buigen.9Want God sprak en toen was het er. Op zijn gebod stond alles er.10De HERE doorbreekt de plannen van de volken en voorkomt hun slechte voornemens.11De wil van de HERE blijft voor eeuwig bestaan. Zijn gedachten worden van generatie op generatie overgedragen.12Gelukkig is het volk dat de HERE als zijn God heeft, het volk dat Hij Zich als erfdeel koos.13De HERE kijkt uit de hemel neer en let op de mensen.14Vanuit zijn woning kijkt Hij naar de bewoners op aarde.15Hij die hen Zelf heeft gemaakt, weet precies waarom zij doen wat zij doen.16Een koning overwint niet door zijn grote leger, een held redt het niet door zijn grote kracht.17Overwinning wordt niet bewerkt door paarden alleen. Wanneer een leger ontkomt, is dat echt niet dankzij de kracht van een paard.18Let maar op, de HERE waakt over hen die ontzag voor Hem hebben, en over hen die zijn goedheid en liefde verwachten.19Zij weten dat zij alleen zo aan de dood kunnen ontkomen, dat alleen de HERE hen bewaart voor hongersnood.20Wij verwachten de HERE met heel ons hart. Hij helpt en beschermt ons.21Ja, ons hele hart juicht van vreugde en wij vertrouwen alleen op Hem.22HERE, laten uw goedheid en liefde ons nooit verlaten. En wij willen U altijd blijven verwachten.
1Freuet euch des HERRN, ihr Gerechten; die Frommen sollen ihn recht preisen.2Danket dem HERRN mit der Harfe; lobsinget ihm zur Harfe von zehn Saiten!3Singet ihm ein neues Lied; spielt schön auf den Saiten mit fröhlichem Schall! (Ps 40:4; Ps 96:1; Ps 98:1; Ps 144:9; Ps 149:1; Jes 42:10; Op 5:9)4Denn des HERRN Wort ist wahrhaftig, und was er zusagt, das hält er gewiss.5Er liebt Gerechtigkeit und Recht; die Erde ist voll der Güte des HERRN.6Der Himmel ist durch das Wort des HERRN gemacht und all sein Heer durch den Hauch seines Mundes. (Gen 1:6; Gen 1:14)7Er hält die Wasser des Meeres zusammen wie in einem Schlauch und sammelt in Kammern die Fluten. (Ps 104:9)8Alle Welt fürchte den HERRN, und vor ihm scheue sich alles, was auf dem Erdboden wohnet.9Denn wenn er spricht, so geschieht’s; wenn er gebietet, so steht’s da. (Ps 148:5)10Der HERR macht zunichte der Heiden Rat und wehrt den Plänen der Völker.11Aber der Ratschluss des HERRN bleibt ewiglich, seines Herzens Gedanken für und für.12Wohl dem Volk, dessen Gott der HERR ist, dem Volk, das er zum Erbe erwählt hat! (Deut 33:29)13Der HERR schaut vom Himmel und sieht alle Menschenkinder.14Von seinem festen Thron sieht er auf alle, die auf Erden wohnen.15Der ihnen allen das Herz geschaffen hat, achtet auf alle ihre Werke.16Einem König hilft nicht seine große Macht; ein Held kann sich nicht retten durch seine große Kraft. (1 Sam 17:1)17Rosse helfen auch nicht; da wäre man betrogen; und ihre große Stärke errettet nicht. (Ps 20:8)18Siehe, des HERRN Auge sieht auf alle, die ihn fürchten, die auf seine Güte hoffen,19dass er ihre Seele errette vom Tode und sie am Leben erhalte in Hungersnot.20Unsre Seele harrt auf den HERRN; er ist uns Hilfe und Schild.21Denn unser Herz freut sich seiner, und wir trauen auf seinen heiligen Namen.22Deine Güte, HERR, sei über uns, wie wir auf dich hoffen.