van Biblica1Prijs de HERE! Het is goed psalmen te zingen voor onze God. Ja, dat klinkt mooi en een loflied komt Hem ook toe.2De HERE bouwt Jeruzalem weer op en brengt de ballingen terug naar Israël.3Mensen met een gebroken hart vinden bij Hem genezing, Hij heelt alle wonden.4Hij weet precies hoeveel sterren aan de hemel staan, Hij kent ze zelfs bij hun naam.5Onze Here is een grote God en zijn kracht is geweldig groot. Zijn kennis strekt zich onmetelijk ver uit.6De HERE bemoedigt wie zich bescheiden opstellen, maar de goddelozen zet Hij te schande.7Zing een loflied voor de HERE en begeleid de psalmen die u voor God zingt, met een citer.8Want Hij laat de wolken langs de hemel drijven en regen op aarde neerdalen. Hij laat op de bergen het jonge gras uitlopen.9Hij zorgt voor het voer voor onze dieren, zelfs voor de jonge raven die roepen in het nest.10Hij hecht geen waarde aan sterke paarden of de kracht van een man.11De HERE hecht er waarde aan dat mensen ontzag voor Hem hebben en vertrouwen op zijn goedheid en liefde.12Jeruzalem, beroem u op de HERE! Berg Sion, prijs uw God!13Hij zorgt er immers voor dat uw poorten goed vergrendeld zijn. Hij zegent de kinderen in uw stad.14Hij geeft vrede in het land en zorgt voor rijke oogsten.15Hij stuurt zijn bevelen de aarde rond en zijn woord gaat met grote snelheid.16De sneeuw ligt als wol op de aarde en rijp ligt als gestrooide as op de gewassen.17De ijzel valt in stukken op de grond. Als Hij de kou stuurt, kan niemand zich redden.18Maar als God zijn woord stuurt, smelt alles weg. Als Hij de wind laat waaien, stroomt het water weer.19Hij heeft Jakob zijn woord gegeven en het volk van Israël kreeg van Hem wetten en leefregels.20Met geen ander volk heeft Hij dat gedaan. Daarom kennen zij zijn leefregels niet. Prijs de HERE!
1Lobet den HERRN! / Denn unsern Gott loben, das ist ein köstlich Ding, ihn loben ist lieblich und schön. (Ps 92:2)2Der HERR baut Jerusalem auf und bringt zusammen die Verstreuten Israels.3Er heilt, die zerbrochenen Herzens sind, und verbindet ihre Wunden. (Jes 61:1)4Er zählt die Sterne und nennt sie alle mit Namen. (Jes 40:26)5Unser Herr ist groß und von großer Kraft, und unermesslich ist seine Weisheit.6Der HERR richtet die Elenden auf und stößt die Frevler zu Boden. (Luk 1:52)7Singt dem HERRN ein Danklied und lobt unsern Gott mit Harfen,8der den Himmel mit Wolken bedeckt / und Regen gibt auf Erden; der Gras auf den Bergen wachsen lässt,9der dem Vieh sein Futter gibt, den jungen Raben, die zu ihm rufen. (Job 38:41)10Er hat keine Freude an der Stärke des Rosses noch Gefallen an den Schenkeln des Mannes.11Der HERR hat Gefallen an denen, die ihn fürchten, die auf seine Güte hoffen.12Preise, Jerusalem, den HERRN; lobe, Zion, deinen Gott!13Denn er macht fest die Riegel deiner Tore und segnet deine Kinder in deiner Mitte.14Er schafft deinen Grenzen Frieden und sättigt dich mit dem besten Weizen.15Er sendet seine Rede auf die Erde, sein Wort läuft schnell. (Job 38:22)16Er gibt Schnee wie Wolle, er streut Reif wie Asche.17Er wirft seine Schloßen herab wie Brocken; wer kann bleiben vor seinem Frost?18Er sendet sein Wort, da schmilzt der Schnee; er lässt seinen Wind wehen, da taut es.19Er verkündigt Jakob sein Wort, Israel seine Gebote und sein Recht. (Deut 4:8; Rom 3:2)20So hat er an keinem Volk getan; sein Recht kennen sie nicht. Halleluja!