Psalm 146

Het Boek

van Biblica
1 Prijs de HERE! Laat alles in mij de HERE prijzen!2 Ik wil de HERE eren zolang ik leef. Ik wil psalmen zingen voor mijn God, zolang ik daarvoor de adem heb.3 Stel uw vertrouwen niet op machthebbers. Zij kunnen u niet redden.4 Want als zulke mensen sterven, blazen zij de laatste adem uit en bestaan niet meer. Vanaf dat moment kunnen zij niets meer doen.5 Gelukkig is hij die zijn hulp ontvangt van de God van Jakob, die alles verwacht van de HERE, zijn God.6 Want God heeft de hemelen en de aarde gemaakt en de zeeën met alles wat daarin zwemt. Hij is trouw tot over de grenzen van de dood heen.7 Hij doet recht aan onderdrukte mensen en geeft voedsel aan wie honger lijden. De HERE bevrijdt de gevangenen van hun boeien.8 De HERE laat blinden weer zien en beurt mensen op die gebukt gaan onder zorgen. Hij houdt van oprechte mensen.9 De HERE beschermt mensen die in een ander land vertoeven en Hij zorgt voor weduwen en wezen. Ongelovigen helpt Hij echter niet. Hun wegen maakt Hij tot dwaalwegen.10 De HERE is Koning tot in eeuwigheid. Jeruzalem, uw God is er voor elke nieuwe generatie. Prijs de HERE!

Psalm 146

Lutherbibel 2017

van Deutsche Bibelgesellschaft
1 Halleluja! Lobe den HERRN, meine Seele! /2 Ich will den HERRN loben, solange ich lebe, und meinem Gott lobsingen, solange ich bin.3 Verlasset euch nicht auf Fürsten; sie sind Menschen, die können ja nicht helfen. (Ps 118:8; Jer 17:5)4 Denn des Menschen Geist muss davon, / und er muss wieder zu Erde werden; dann sind verloren alle seine Pläne. (Gen 3:19; Pr 3:20)5 Wohl dem, dessen Hilfe der Gott Jakobs ist, der seine Hoffnung setzt auf den HERRN, seinen Gott, (Jer 17:7)6 der Himmel und Erde gemacht hat, das Meer und alles, was darinnen ist; der Treue hält ewiglich, /7 der Recht schafft denen, die Gewalt leiden, der die Hungrigen speiset. Der HERR macht die Gefangenen frei.8 Der HERR macht die Blinden sehend. Der HERR richtet auf, die niedergeschlagen sind. Der HERR liebt die Gerechten. (Ps 145:14)9 Der HERR behütet die Fremdlinge / und erhält Waisen und Witwen; aber die Gottlosen führt er in die Irre. (Ex 22:20; Ps 1:6)10 Der HERR ist König ewiglich, dein Gott, Zion, für und für. Halleluja! (Ps 93:1)