van Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent.2Luister naar mij, o God, als ik met mijn zorgen bij U kom. Bescherm mijn leven tegen de aanvallen van de vijand.3Verberg mij als de misdadigers iets tegen mij beramen, als de zondaars het op mij gemunt hebben.4Zij scherpen hun tong alsof het een zwaard is en schieten hun boosaardige taal als pijlen op mij af.5Vanuit hun schuilplaats schieten zij op onschuldigen. Niets en niemand ontzien zij.6Zij wagen het kwade dingen te doen en spreken er zelfs over valstrikken te zetten. Zij denken dat niemand hen ziet.7Zij zijn op slechte dingen uit en zeggen: ‘Nu is het zover, het plan is goed doordacht.’ Ja, het hart van de mens is ondoorgrondelijk.8Maar God kan hen onverwacht treffen. Als Hij een pijl afschiet, is het altijd raak, zij zijn gewond.9Zij struikelen over hun eigen woorden. Wie hen ziet, schudt misprijzend het hoofd.10Dan zullen alle mensen ontzag hebben voor God en voor alles wat Hij doet. Met ontzag zien zij op naar zijn werk.11De oprechte mens verheugt zich in de HERE en vindt bij Hem bescherming. Alle eerlijke mensen beroemen zich op Hem.
1To the choirmaster. A Psalm of David. Hear my voice, O God, in my complaint; preserve my life from dread of the enemy. (Ps 55:2)2Hide me from the secret plots of the wicked, from the throng of evildoers, (Ps 55:14)3who whet their tongues like swords, who aim bitter words like arrows, (Ps 11:2; Ps 57:4)4shooting from ambush at the blameless, shooting at him suddenly and without fear. (Ps 10:8; Ps 55:19)5They hold fast to their evil purpose; they talk of laying snares secretly, thinking, “Who can see them?” (Job 22:13; Ps 140:5; Jer 23:14; Ez 13:22)6They search out injustice, saying, “We have accomplished a diligent search.” For the inward mind and heart of a man are deep. (Ps 49:11)7But God shoots his arrow at them; they are wounded suddenly. (Ps 7:12; Ps 58:7)8They are brought to ruin, with their own tongues turned against them; all who see them will wag their heads. (Ps 22:7; Ps 40:3; Spr 12:13; Spr 18:7; Jer 18:16; Jer 48:27)9Then all mankind fears; they tell what God has brought about and ponder what he has done. (Ps 64:8; Jer 50:28; Jer 51:10)10Let the righteous one rejoice in the Lord and take refuge in him! Let all the upright in heart exult! (Job 22:19; Ps 7:10; Ps 11:1; Ps 32:11)