1Van: Paulus, die door God is aangewezen als apostel van Jezus Christus. Aan: alle gelovigen in de stad Efeze, die Christus Jezus trouw volgen.2Ik wens u de genade en de vrede toe van God, onze Vader, en van onze Here Jezus Christus.3Aan God, de Vader van onze Here Jezus Christus, komt alle dank en eer toe. Hij heeft ons, nu wij één zijn met Jezus Christus, alle geestelijke zegen gegeven die er in de hemel is.4Al voordat Hij de wereld maakte, heeft God ons uitgekozen, wij die één met Christus zijn. Wij zouden alleen van Hém zijn en volmaakt voor Hem staan.5Het is altijd zijn bedoeling geweest ons als zijn kinderen aan te nemen door Jezus Christus,6opdat wij Hem zouden prijzen voor zijn onovertroffen genade. En Hij heeft ons door zijn geliefde Zoon laten ervaren hoe buitengewoon goed Hij is.7Gods Zoon heeft zijn leven en zijn bloed gegeven om ons van de zonde te verlossen. Alles wat wij hebben misdaan, is ons daardoor vergeven. Wat een rijke genade!8En dat niet alleen! God heeft ons alle wijsheid en inzicht gegeven.9Hij verlangde ernaar ons het geheim bekend te maken waarom Hij Christus heeft gestuurd.10Hij heeft besloten alles in de hemel en op aarde bijeen te brengen onder het absolute gezag van Christus, als de tijd rijp is.11Door onze eenheid met Christus zijn wij het eigendom van God geworden. Dat is altijd de bedoeling geweest van Hem die alles doet zoals Hij Zelf wil en goedvindt.12Hij wilde dat wij, Joden, die al zo lang gewacht en gehoopt hebben dat de Christus zou komen, Hem zouden prijzen en eren.13En niet alleen wij, maar ook u, die de waarheid hebt gehoord, het goede nieuws dat uw redding is. Toen u in Christus ging geloven, gaf God u de Heilige Geest, die Hij had beloofd als een bewijs dat u van Christus bent.14Deze Geest in ons is een borg voor wat God ons allemaal zal geven als Hij ons, zijn eigen volk, zal verlossen. Een reden temeer om Hem te eren voor zijn grootheid.15Daarom houd ik ook niet op God voor u te danken, want ik heb gehoord hoe groot uw geloof in de Here Jezus en uw liefde voor alle christenen is.16Ik dank God zonder ophouden voor u en in mijn gebed17vraag ik de God van onze Here Jezus Christus—de Vader die alle eer verdient—u wijsheid te geven, opdat u helder en duidelijk zult zien wie Christus is en Hem door en door zult kennen.18Ik bid dat u innerlijk vol licht zult zijn, zodat u zult zien tot welke heerlijke toekomst u geroepen bent. Dan zult u weten wat een geweldige rijkdom God voor al zijn kinderen heeft klaarliggen.19Ik bid dat u zult beseffen hoe ontzaglijk groot de kracht is die werkzaam is in ons die in Hem geloven.20Door diezelfde grote kracht is Christus uit de dood teruggekomen om de belangrijkste plaats naast God in te nemen.21Nu is Hij hoog verheven boven elk gezag, elke macht, kracht en regering, boven alles waarvoor men respect heeft, niet alleen in deze wereld, maar ook in de wereld die komt.22God heeft letterlijk alles aan Christus onderworpen en Hem als hoofd aangesteld over alles, voor de gemeente.23De gemeente is zijn lichaam, waarin Hij volledig tot uiting komt, Jezus Christus die alles in de hele schepping vervult en volmaakt.
1 Pavel, z Boží vůle apoštol Ježíše Krista, bratřím věrným v Kristu Ježíši:2 Milost vám a pokoj od Boha Otce našeho a Pána Ježíše Krista.
— Díkůvzdání
3 Pochválen buď Bůh a Otec našeho Pána Ježíše Krista, který nás v Kristu obdařil vším duchovním požehnáním nebeských darů;4 v něm nás již před stvořením světa vyvolil, abychom byli svatí a bez poskvrny před jeho tváří.5 Ve své lásce nás předem určil, abychom rozhodnutím jeho dobroty byli skrze Ježíše Krista přijati za syny6 a chválili slávu jeho milosti, kterou nám udělil ve svém Nejmilejším.7 V něm jsme vykoupeni jeho krví a naše hříchy jsou nám odpuštěny pro přebohatou milost,8 kterou nás zahrnul ve vší moudrosti a prozíravosti,9 když nám dal poznat tajemství svého záměru, svého milostivého rozhodnutí, jímž si předsevzal,10 že podle svého plánu, až se naplní čas, přivede všechno na nebi i na zemi k jednotě v Kristu.11 On je ten, v němž se nám od Boha, jenž všechno působí rozhodnutím své vůle, dostalo podílu na předem daném poslání,12abychom my, kteří jsme na Krista upnuli svou naději, stali se chválou jeho slávy.13 V něm byla i vám, když jste uslyšeli slovo pravdy, evangelium o svém spasení, a uvěřili mu, vtisknuta pečeť zaslíbeného Ducha svatého14 jako závdavek našeho dědictví na vykoupení těch, které si Bůh vydobyl k chvále své slávy. 15 Proto i já, když jsem uslyšel o vaší víře v Pána Ježíše a lásce ke všem bratřím,16 nepřestávám za vás děkovat a stále na vás pamatuji ve svých modlitbách.17 Prosím, aby vám Bůh našeho Pána Ježíše Krista, Otec slávy, dal ducha moudrosti a zjevení, abyste ho poznali18 a osvíceným vnitřním zrakem viděli, k jaké naději vás povolal, jak bohaté a slavné je vaše dědictví v jeho svatém lidu19 a jak nesmírně veliký je ve své moci k nám, kteří věříme.20 Sílu svého mocného působení prokázal přece na Kristu: Vzkřísil ho z mrtvých a posadil po své pravici v nebesích,21 vysoko nad všechny vlády, mocnosti, síly i panstva, nad všechna jména, která jsou vzývána, jak v tomto věku, tak i v budoucím.22 ‚Všechno podrobil pod jeho nohy‘ a ustanovil jej svrchovanou hlavou církve,23 která je jeho tělem, plností toho, jenž přivádí k naplnění všechno, co jest.