Gen 50:22Jozef en zijn broers bleven in Egypte wonen. Jozef was honderdtien jaar oud toen hij stierf.Gen 47:12Jozef voorzag hen bovendien van voedsel, genoeg voor iedereen.Mat 2:21En Jozef ging met zijn gezin naar Israël terug.Op 7:8uit Zebulon, Jozef en Benjamin.Gen 45:1Jozef kon het niet langer uithouden. ‘Verdwijn!’ riep hij tegen zijn bedienden en hij werd met zijn broers alleen gelaten.Gen 49:22Jozef is een vruchtbare boom, die naast een bron staat. Zijn takken steken boven de muur uit.Gen 35:24De zonen van Rachel: Jozef en Benjamin.Gen 41:37De farao en zijn adviseurs zagen wel wat in Jozefs voorstellen. Zij bespraken wie de leiding moest krijgen over die enorme onderneming.Luk 3:30de vader van Levi was Simeon; de vader van Simeon was Juda; de vader van Juda was Jozef; de vader van Jozef was Jonan;Gen 39:1Nadat Jozef door de Ismaëlitische handelaars was meegevoerd naar Egypte, werd hij gekocht door Potifar, de commandant van de lijfwacht van de farao.Gen 37:2Jakobs zoon Jozef was zeventien jaar oud. Samen met zijn halfbroers, de zonen van zijn vaders vrouwen Bilha en Zilpa, hoedde hij de schapen. Maar Jozef vertelde het zijn vader als de andere jongens een streek uithaalden.Gen 39:5-6Ter wille van Jozef zegende de HERE de hele huishouding van Potifar, evenals zijn oogst en zijn vee. Potifar liet al zijn zaken aan Jozef over en had nergens meer omkijken naar. Hij bemoeide zich alleen nog met zijn eigen eten! Jozef was intussen echter een knappe, aantrekkelijke jongeman geworden.Mat 27:59Jozef nam het lichaam en wikkelde het in nieuw, schoon linnen.Gen 45:16Het nieuws—‘Jozefs broers zijn hier’—bereikte de farao. Hij en zijn dienaren waren net zo blij als Jozef.Ps 105:22Jozef mocht alle bezittingen beheren en de leiders van Egypte leerden veel van zijn wijsheid.Luk 3:24De vader van Jozef was Eli; de vader van Eli was Mattat; de vader van Mattat was Levi; de vader van Levi was Melchi; de vader van Melchi was Jannai; de vader van Jannai was Jozef;Gen 48:1Op een dag, niet lang hierna, hoorde Jozef dat zijn vader snel achteruitging. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij hem bezoeken.Hand 7:9Een van Jakobs zonen, Jozef, werd door zijn broers als slaaf verkocht, omdat ze jaloers waren. Jozef kwam in Egypte terecht, maar God liet hem niet aan zijn lot over.Hand 4:37Deze Jozef had een stuk land verkocht en het geld aan de apostelen gegeven.Gen 44:14Jozef was nog thuis toen Juda en zijn broers bij het paleis kwamen. Zij vielen voor hem op de grond.Gen 40:23De wijnproever vergat Jozef prompt en dacht niet meer aan hem.Gen 50:9Het was een grote groep rijtuigen en ruiters die Jozef begeleidde.Ps 105:17liet God een man voor het volk uitgaan: Jozef werd verkocht als slaaf.Luk 23:50Een zekere Jozef, die lid was van de Hoge Raad en uit de stad Arimathea kwam,Mat 1:16Jakob de vader van Jozef, die getrouwd was met Maria, de moeder van Jezus, die Christus genoemd wordt.Gen 43:26Toen Jozef kwam, boden ze hem de geschenken aan en bogen diep voor hem.Gen 37:12Jozefs broers trokken met de schapen naar Sichem om ze daar te laten grazen.Gen 43:33Jozef wees ieder zijn plaats en zette hen op volgorde van leeftijd, van de oudste tot de jongste. Ze keken elkaar verbaasd aan!Gen 40:6De volgende morgen maakten zij een verslagen en sombere indruk op Jozef.Mat 2:14Jozef stond meteen op en vertrok nog diezelfde nacht met Maria en het kind naar Egypte.Gen 41:14De farao stuurde direct iemand naar de gevangenis om Jozef te halen. Jozef werd uit de kerker gelaten en mocht zich scheren en behoorlijke kleren aantrekken. Zo verscheen hij voor de farao.Gen 44:6De huismeester ging achter de broers aan en zei precies wat Jozef hem had opgedragen.Gen 37:1Zo vestigde Jakob zich weer in het land Kanaän, waar zijn vader had gewoond.Ps 105:21Hij gaf Jozef zijn vertrouwen en een hoge positie, hij werd zelfs onderkoning.Gen 42:3Zo trokken Jozefs tien oudere broers naar Egypte om graan te kopen.Gen 33:7Daarna deden Lea en haar kinderen hetzelfde, evenals Rachel en Jozef.Luk 2:33Verwonderd luisterden Jozef en Maria naar wat Simeon over hun kind zei.Gen 47:7Toen bracht Jozef zijn vader Jakob bij de farao. En Jakob zegende de farao.Gen 46:27Met Jozefs twee zonen meegerekend, bestond de gehele familie daar in Egypte uit zeventig mensen.Gen 39:21Maar de HERE was ook daar bij Jozef, zodat de hoofdcipier hem de beste baantjes gaf.Gen 48:9‘Ja,’ antwoordde Jozef, ‘dit zijn de zonen die God mij hier in Egypte heeft gegeven.’Hand 7:14Daarna liet Jozef zijn oude vader Jakob en zijn hele familie overkomen, bij elkaar vijfenzeventig mensen.Ex 1:5Zo gingen in totaal zeventig mensen met hem mee (Jozef was al in Egypte).Luk 3:25de vader van Jozef was Mattatias; de vader van Mattatias was Amos; de vader van Amos was Naüm; de vader van Naüm was Hesli;Gen 50:1Jozef wierp zich op het lichaam van zijn vader, kuste hem en huilde.Gen 40:18‘De drie manden betekenen drie dagen,’ vertelde Jozef hem.Gen 43:1De vreselijke hongersnood bleef op het land drukken.Mat 2:19Na de dood van koning Herodes zag Jozef in een droom opnieuw een engel van God.Mat 1:24Daarna werd Jozef wakker. Hij deed wat de engel had gezegd en nam zijn vrouw bij zich in huis.Ri 1:22-23Wat de familie van Jozef betreft, die viel de stad Betel aan, die vroeger Luz heette. En de HERE hielp hen.Gen 43:17De man voerde de opdracht uit en nam de broers mee naar Jozefs paleis.Gen 37:31Toen doodden de broers een geit en besmeurden Jozefs mantel met het bloed.Deut 33:13Over de stam Jozef zei hij: ‘Moge de HERE zijn land zegenen met de grootste gaven van de hemelen en de aarde.Gen 37:29Een tijdje later kwam Ruben, die er niet bij was toen de karavaan langskwam, terug om Jozef uit de put te halen. Toen hij merkte dat Jozef weg was, scheurde hij zijn kleren als teken van verdriet.Gen 41:48In die jaren verzamelde Jozef een deel van de oogsten in het hele land en sloeg dat voedsel op in de steden.Gen 41:43De farao gaf Jozef zijn tweede rijtuig en overal waar hij verscheen, werd voor hem uit geroepen: ‘Kniel!’Gen 37:5Op een nacht had Jozef een droom, die hij prompt aan zijn broers vertelde. Zo maakte hij zich nog meer gehaat.Gen 50:26Zo stierf Jozef op de leeftijd van honderdtien jaar. Zij balsemden zijn lichaam en legden het in een kist in Egypte.Gen 48:12-13Jozef nam zijn zonen bij de hand, boog diep voor zijn vader en leidde hen naar hun grootvaders knieën. Efraïm aan Israëls linkerhand en Manasse aan zijn rechterhand.Gen 47:5De farao zei tegen Jozef: ‘Kies maar een plaats waar ze zich kunnen vestigen.Gen 39:3Potifar merkte dit en besefte dat de HERE Jozef op een bijzondere manier zegende.Gen 41:50Voordat het eerste jaar van de hongersnood aanbrak, had Jozef twee zonen gekregen bij zijn vrouw Asnat.Gen 47:14Jozef verzamelde al het geld in Egypte en Kanaän in ruil voor graan en bracht al dat geld onder in de kluizen van de farao.Ex 1:6Na verloop van tijd stierven Jozef en zijn broers en zo kwam er een einde aan hun generatie.Hand 7:10Hij haalde hem telkens weer uit de moeilijkheden en gaf hem veel wijsheid. Daardoor kwam Jozef in de gunst bij de farao, de koning van Egypte, die hem aanstelde als gouverneur. Jozef kreeg het bestuur over heel Egypte en over de hofhouding van de farao.Gen 50:5‘Zeg zijne majesteit dat Jozefs vader Jozef heeft laten zweren dat hij zijn lichaam naar Kanaän zou brengen om het daar te begraven, u kunt hem verzekeren dat ik daarna onmiddellijk terugkom.’Gen 39:20Hij gooide Jozef in de gevangenis, waar alle andere gevangenen van de farao ook in de ketens zaten.Gen 46:29Jozef sprong in zijn rijtuig en reisde naar Gosen om zijn vader te ontmoeten. Zij vielen elkaar om de hals en huilden een tijd.Gen 50:14Daarna ging Jozef terug naar Egypte met zijn broers en allen die hem hadden begeleid naar de begrafenis.Gen 42:14‘Dat bewijst natuurlijk niets,’ vond Jozef. ‘U blijft spionnen voor mij.Gen 37:11Jozefs broers waren jaloers op hem, maar zijn vader hield het verhaal in zijn achterhoofd en vroeg zich af wat die droom kon betekenen.Gen 37:13Enkele dagen later riep Israël Jozef bij zich en zei: ‘Je broers laten de schapen bij Sichem grazen.Joz 24:32De beenderen van Jozef, die het volk Israël uit Egypte had meegenomen, werden begraven in Sichem, in het stuk grond dat Jakob voor honderd zilverstukken had gekocht van de zonen van Chamor. Dat stuk grond lag in het gebied dat was toegewezen aan de stam van Jozef.Gen 45:21Jozef gaf hun de rijtuigen, zoals de farao hem had gezegd, eten voor onderweg en voor ieder een nieuw stel kleren.Hand 1:23Zij stelden twee mannen voor: Jozef, die ook wel Barsabbas of Justus werd genoemd, en Mattias.Gen 48:2Toen Jakob hoorde dat Jozef er was, verzamelde hij al zijn krachten en ging rechtop in bed zitten om hem te begroeten.Luk 2:4En omdat Jozef van David afstamde, moest hij naar Bethlehem in Judea, want daar had David vroeger gewoond.Gen 41:45Voortaan noemde de farao Jozef Safenat-Paneach (Uitlegger van Geheimen) en gaf hem Asnat, de dochter van Potifera, de priester van On (Heliopolis), tot vrouw. Zo werd Jozef van gevangene in één keer de machtigste man in het land.Gen 46:19-22Bij Jakobs huishouding waren ook de veertien afstammelingen van Jakob en Rachel: Jozef en Benjamin. Jozefs zonen, die hij in Egypte kreeg, waren Manasse en Efraïm (hun moeder was Asnat, de dochter van Potifera, de priester van Heliopolis). Benjamins zonen Bela, Becher, Asbel, Gera, Naäman, Echi, Ros, Muppim, Chuppim en Ard.Gen 39:2De HERE zegende Jozef tijdens zijn verblijf in het huis van zijn meester. Alles wat hij deed, lukte hem.Gen 30:25Kort na Jozefs geboorte wendde Jakob zich tot Laban en zei: ‘Ik wil naar huis terug.Ps 78:67Hij kwam niet terug bij de stammen van Jozef. Efraïm werd niet meer uitgekozen.Hand 7:18Maar toen er een nieuwe koning kwam, die Jozef niet gekend had, zag het er niet best voor hen uit.Gen 47:11Zo wees Jozef het beste stuk land van Egypte—het land Rameses—toe aan zijn vader en zijn broers, precies zoals de farao het had geboden.Joh 19:38Na deze gebeurtenissen vroeg Jozef van Arimathea aan Pilatus of hij Jezusʼ lichaam mocht wegnemen. Pilatus vond het goed. Deze Jozef was een leerling van Jezus. Maar hij had er niet voor durven uitkomen, omdat hij bang was voor de Joden. Daarop haalde hij Jezusʼ lichaam van het kruis af.Gen 46:28Jakob stuurde Juda vooruit om Jozef te vertellen dat zij onderweg waren en al snel in Gosen zouden aankomen, wat ook gebeurde.Mat 1:19Omdat Jozef een rechtschapen mens was en haar de schande wilde besparen, besloot hij om in stilte van haar te scheiden.Gen 43:30Toen verliet Jozef haastig het vertrek, want de liefde voor zijn broer overweldigde hem en hij kon zijn tranen niet bedwingen. In zijn slaapkamer huilde hij vrijuit.Hand 7:13Bij deze tweede keer vertelde Jozef dat hij hun broer was en hij stelde hen voor aan de farao.Gen 45:27Toen zij hem echter de boodschap van Jozef overbrachten en hij de rijtuigen met voedsel zag, leefde hij op.Gen 41:16‘Ik kan geen dromen uitleggen,’ antwoordde Jozef. ‘Maar God zal u de betekenis vertellen!’Gen 30:24En zij noemde haar zoon Jozef en zei: ‘Ik hoop dat de HERE mij nog een zoon wil geven.’Gen 40:12‘Ik weet wat de droom betekent,’ zei Jozef. ‘De drie ranken betekenen drie dagen!Gen 46:31Jozef richtte zich tot zijn broers en zei: ‘Ik zal de farao gaan vertellen dat jullie uit het land Kanaän zijn gekomen om bij mij te zijn.Gen 45:3‘Ik ben Jozef,’ zei hij tegen zijn broers. ‘Leeft mijn vader nog?’ Zijn broers konden geen woord uitbrengen. Zij staarden hem alleen stomverbaasd aan.Ps 77:16U hebt uw volk op een machtige manier bevrijd. Alle zonen van Jakob en Jozef en hun nageslacht.Gen 46:30Toen zei Israël tegen Jozef: ‘Nu kan ik eindelijk sterven, want ik heb jou weer gezien en weet dat je nog leeft.’Gen 50:25Toen liet Jozef zijn broers zweren dat zij zijn lichaam met zich zouden meenemen bij de terugkeer naar Kanaän.Gen 40:1-2Enige tijd later gebeurde er iets belangrijks aan het Egyptische hof. Het hoofd van de paleisbakkerij en de wijnproever van de farao vielen in ongenade.Gen 47:16‘Goed,’ zei Jozef, ‘u kunt mij betalen met het vee dat u bezit. Vee in ruil voor graan.’