Jeremia 43:2

Het Boek

2-3 zeiden Azarja, de zoon van Hosaäja, Jochanan, de zoon van Kareach, en de anderen brutaalweg tegen Jeremia: ‘U liegt! De HERE, onze God, heeft u helemaal niet opgedragen ons te zeggen dat wij niet naar Egypte mogen gaan! Baruch, de zoon van Neria, heeft u dat in het oor gefluisterd, zodat wij hier blijven en de Babyloniërs ons kunnen doden of als slaven kunnen wegvoeren naar Babel.’