Het Boek
16-22 Aan het hoofd van de stammen van Israël stonden in die tijd de volgende mensen: Eliëzer, de zoon van Zichri, voor de stam van Ruben; Sefatja, de zoon van Maächa, voor de stam van Simeon; Chasabja, de zoon van Kemuël, voor de stam van Levi; Sadok, voor de nakomelingen van Aäron; Elihu, een broer van koning David, voor de stam van Juda; Omri, de zoon van Michaël, voor de stam van Issachar; Jismaja, de zoon van Obadja, voor de stam van Zebulon; Jerimot, de zoon van Azriël, voor de stam van Naftali; Hosea, de zoon van Azazjahu, voor de stam van Efraïm; Joël, de zoon van Pedaja, voor de ene helft van de stam van Manasse; Jiddo, de zoon van Zecharja, voor de andere helft van de stam van Manasse die in Gilead woonde; Jaäsiël, de zoon van Abner, voor de stam van Benjamin; Azarel, de zoon van Jerocham voor de stam van Dan. Copyright: Het Boek – Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.
“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.