1 Kronieken 25:9

Het Boek

9-31 Het eerste lot viel op Jozef van de familie van Asaf, het tweede op Gedalja, samen met elf van zijn zonen en broers, het derde op Zakkur en elf van zijn zonen en broers, het vierde op Jizri en elf van zijn zonen en broers, het vijfde op Netanja en elf van zijn zonen en broers, zesde was Bukkiahu met elf van zijn zonen en broers, zevende was Jesarela met elf van zijn zonen en broers, achtste was Jesaja met elf van zijn zonen en broers, negende was Mattanja met elf van zijn zonen en broers, tiende was Simi met elf van zijn zonen en broers, elfde was Azarel met elf van zijn zonen en broers, twaalfde was Chasabja met elf van zijn zonen en broers, dertiende was Subaël met elf van zijn zonen en broers, veertiende was Mattitja met elf van zijn zonen en broers, vijftiende was Jeremot met elf van zijn zonen en broers, zestiende was Chananja met elf van zijn zonen en broers, zeventiende was Josbekasa met elf van zijn zonen en broers, achttiende was Chanani met elf van zijn zonen en broers, negentiende was Malloti met elf van zijn zonen en broers, twintigste was Eliata met elf van zijn zonen en broers, eenentwintigste was Hotir met elf van zijn zonen en broers, tweeëntwintigste was Giddalti met elf van zijn zonen en broers, drieëntwintigste was Machaziot met elf van zijn zonen en broers, vierentwintigste was Romamti-Ezer met elf van zijn zonen en broers.