Salmo 60

Nueva Versión Internacional (Castellano)

de Biblica
1 – Oh Dios, tú nos has rechazado y has abierto brecha en nuestras filas; te has enojado con nosotros: ¡restáuranos ahora! (Sal 60:5; Sal 108:6)2 Has sacudido la tierra, la has resquebrajado; repara sus grietas, porque se desmorona.3 Has sometido a tu pueblo a duras pruebas; nos diste a beber un vino embriagador.4 Da[1] a tus fieles la señal de retirada, para que puedan escapar de los arqueros. Selah5 Líbranos con tu diestra, respóndenos para que tu pueblo amado quede a salvo.6 Dios ha dicho en su santuario: «Triunfante repartiré a Siquén, y dividiré el valle de Sucot.7 Mío es Galaad, mío es Manasés; Efraín es mi yelmo y Judá mi cetro.8 En Moab me lavo las manos, sobre Edom arrojo mi sandalia; sobre Filistea lanzo gritos de triunfo».9 ¿Quién me llevará a la ciudad fortificada? ¿Quién me mostrará el camino a Edom?10 ¿No eres tú, oh Dios, quien nos ha rechazado? ¡Ya no sales, oh Dios, con nuestros ejércitos!11 Bríndanos tu ayuda contra el enemigo, pues de nada sirve la ayuda humana.12 Con Dios obtendremos la victoria; ¡él pisoteará a nuestros enemigos!

Salmo 60

Het Boek

de Biblica
1-2 Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘De lelie van het getuigenis.’ David schreef dit leerzame gedicht nadat hij had gestreden tegen de Arameeërs van Mesopotamië en Soba, en nadat Joab op de terugweg daarvan twaalfduizend Edomieten in het Zoutdal had verslagen.3 O God, U hebt ons verstoten, uiteengescheurd, uw toorn over ons uitgestort: keer U weer naar ons toe!4 U hebt het land laten trillen en scheuren. Het staat te wankelen.5 Ons volk heeft door U zwaar geleden, U hebt ons bedwelmende wijn laten drinken.6 Aan hen die ontzag voor U hebben, hebt U een eigen vaandel gegeven zodat zij zich kunnen verzamelen om te strijden tegen de boogschutters.7 Zo zijn uw volgelingen gereed voor de strijd. Laat ons overwinnen, want dat hangt alleen van U af. Geef ons toch antwoord!8 God heeft vanuit zijn heilige plaats tot ons gesproken. Ik juich van vreugde en zal Sichem verdelen. Ik ga het dal van Sukkot opmeten.9 Gilead en Manasse zijn van mij en Efraïm is mijn helm. Juda is de staf waarmee ik regeer.10 Moab is mijn wasbak, Edom vertrap ik met mijn sandalen en over Filistea triomfeer ik.11 Wie brengt mij naar de versterkte vesting? Wie begeleidt mij naar Edom?12 U bent het, o God, U die ons eerst had verstoten. Wilt U, o God, optrekken met onze legers?13 Help ons tegen de vijand, want hulp van mensen stelt niets voor.14 Met de hulp van God kunnen wij dapper strijden, Hij zal onze vijanden verslaan.