de Biblica1Sálvanos, Señor, que ya no hay gente fiel; ya no queda gente sincera en este mundo.2No hacen sino mentirse unos a otros; sus labios lisonjeros hablan con doblez.3El Señor cortará todo labio lisonjero y toda lengua jactanciosa4que dice: «Venceremos con la lengua; en nuestros labios confiamos. ¿Quién puede dominarnos a nosotros?»5Dice el Señor: «Voy ahora a levantarme, y pondré a salvo a los oprimidos, pues al pobre se le oprime, y el necesitado se queja.»6Las palabras del Señor son puras, son como la plata refinada, siete veces purificada en el crisol.7Tú, Señor, nos protegerás; tú siempre nos defenderás de esta gente,8aun cuando los malvados sigan merodeando, y la maldad sea exaltada en este mundo.
Salmo 12
Het Boek
de Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van ‘De Achtste.’2HERE, help ons! Gelovigen zijn er niet meer te vinden. Het begrip trouw zegt de mensen niets meer.3Men is oneerlijk tegen elkaar, spreekt met dubbele tong en bedriegt de ander.4Vernietig dat soort mensen maar, HERE, ieder die zo handelt,5al die mensen die zeggen: ‘Ik praat me overal uit, laat mij het maar zeggen— wie doet me wat?’6De HERE zegt: ‘Ter wille van de onderdrukten en het hulpgeroep van de armen ga Ik nu optreden. Ieder die naar Mij uitziet, zal Ik in veiligheid brengen.’7Het woord van de HERE is betrouwbaar, zo puur als zevenmaal gezuiverd zilver.8Ik weet, HERE, dat U uw woord altijd nakomt en dat U ons zult beschermen tegen deze onbetrouwbare mensen.9De ongelovigen schijnen de overhand te hebben en het lijkt wel of alle mensen God ongehoorzaam zijn.