Malaquías 4

Nueva Versión Internacional

de Biblica
1 »Miren, ya viene el día, ardiente como un horno. Todos los soberbios y todos los malvados serán como paja, y aquel día les prenderá fuego hasta dejarlos sin raíz ni rama —dice el Señor Todopoderoso—.2 Pero para ustedes que temen mi nombre, se levantará el sol de justicia trayendo en sus rayos[1] salud. Y ustedes saldrán saltando como becerros recién alimentados.3 El día que yo actúe ustedes pisotearán a los malvados, y bajo sus pies quedarán hechos polvo —dice el Señor Todopoderoso—.4 »Acuérdense de la ley de mi siervo Moisés. Recuerden los preceptos y las leyes que le di en Horeb para todo Israel.5 »Estoy por enviarles al profeta Elías antes que llegue el día del Señor, día grande y terrible.6 Él hará que los padres se reconcilien con sus hijos y los hijos con sus padres, y así no vendré a herir la tierra con destrucción total.»

Malaquías 4

Het Boek

de Biblica
1 ‘Let op,’ kondigt de HERE van de hemelse legers aan, ‘de dag van het oordeel komt eraan, brandend als een oven. Alle overmoedige en goddeloze mensen zullen die dag worden verbrand als stro. Als een boom zullen zij door het vuur worden verteerd, met wortel en al.2 Maar voor allen die eerbied voor Mij hebben, zal de zon van de gerechtigheid opgaan en daar zal genezing van uitgaan, zoals van de stralen van de zon. Dan zult u naar buiten gaan en springen van vreugde als kalveren die in de wei worden losgelaten.3 De goddelozen zullen worden vertrapt tot stof onder uw voeten op de dag die nadert,’ zegt de HERE van de hemelse legers.4 ‘Denk eraan de wetten van mijn dienaar Mozes te gehoorzamen die Ik hem op de berg Horeb voor Israël heb gegeven.5 En voordat die grote, ontzagwekkende dag van de HERE aanbreekt, zal Ik u nog de profeet Elia sturen.6 Zijn prediking zal vaders en kinderen weer bij elkaar brengen, zij zullen zich met elkaar verzoenen, want als zij dat niet doen, dan zal Ik komen en hun land volkomen verwoesten.’