Su navegador no está actualizado. Si ERF Bibleserver es muy lento, por favor, actualice su navegador.

Iniciar sesión
... y use todas las características!

  • Leer1. Mose 3
  • Notas
  • Etiquetas
  • Me gusta
  • Historial
  • Diccionarios
  • Plan de lectura
  • Gráficos
  • Videos
  • Ocasiones especiales
  • Donar
  • Blog
  • Boletín informativo
  • Colaborador
  • Ayuda
  • Contacto
  • Habilidad de Alexa
  • Para Webmasters
  • Política de privacidad
  • Accessibility Statement
  • Reglamento general de protección de datos (RGPD)
  • Imprimir
  • Language: español
© 2025 ERF
Regístrese gratis

Jeremías 6

Nueva Versión Internacional

de Biblica

Jerusalén es sitiada

1 »¡Huyan de Jerusalén, benjaminitas! ¡Toquen la trompeta en Tecoa! ¡Levanten señal en Bet Haqueren! Una desgracia, una gran destrucción, nos amenaza desde el norte. 2 Estoy por destruir a Sión, tan hermosa y delicada. 3 Los pastores y sus rebaños vienen contra ella: acampan a su alrededor, y cada uno escoge su pastizal.» 4 «¡Prepárense para pelear contra ella! ¡Ataquémosla a plena luz del día! Pero, ¡ay de nosotros, que el día se acaba y se alargan las sombras de la noche! 5 ¡Vamos, ataquémosla de noche, y destruyamos sus fortalezas!» 6 Así dice el Señor Todopoderoso: «¡Talen árboles y levanten una rampa contra Jerusalén! Esta ciudad debe ser castigada, pues en ella no hay más que opresión. 7 Como agua que brota de un pozo, así brota de Jerusalén la maldad. En ella se oye de violencia y destrucción; no veo otra cosa que enfermedades y heridas. 8 ¡Escarmienta, Jerusalén, para que no me aparte de ti! De lo contrario, te convertiré en desolación, en una tierra inhabitable.» 9 Así dice el Señor Todopoderoso: «Busquen al remanente de Israel. Rebusquen, como en una viña; repasen los sarmientos, como lo hace el vendimiador.» 10 ¿A quién le hablaré? ¿A quién le advertiré? ¿Quién podrá escucharme? Tienen tapados[1] los oídos y no pueden comprender. La palabra del Señor los ofende; detestan escucharla. 11 Pero yo estoy lleno de la ira del Señor, y ya no puedo contenerme. «Derrama tu ira sobre los niños de la calle, sobre los grupos de jóvenes, porque serán apresados el marido y la mujer, la gente madura y la entrada en años. 12 Sus casas, sus campos y sus mujeres caerán en manos extrañas, porque yo voy a extender mi mano contra los habitantes del país —afirma el Señor—. 13 »Desde el más pequeño hasta el más grande, todos codician ganancias injustas; desde el profeta hasta el sacerdote, todos practican el engaño. 14 Curan por encima la herida de mi pueblo, y les desean: “¡Paz, paz!”, cuando en realidad no hay paz. 15 ¿Acaso se han avergonzado de la abominación que han cometido? ¡No, no se han avergonzado de nada, ni saben siquiera lo que es la vergüenza! Por eso, caerán con los que caigan; cuando los castigue, serán derribados», dice el Señor. 16 Así dice el Señor: «Deténganse en los caminos y miren; pregunten por los senderos antiguos. Pregunten por el buen camino, y no se aparten de él. Así hallarán el descanso anhelado. Pero ellos dijeron: “No lo seguiremos.” 17 Yo aposté centinelas para ustedes, y dije: “Presten atención al toque de trompeta.” Pero ellos dijeron: “No prestaremos atención.” 18 Por eso, ¡escuchen, naciones! ¡Sepa la congregación lo que le espera! 19 Escucha, tierra: Traigo sobre este pueblo una desgracia, fruto de sus maquinaciones, porque no prestaron atención a mis palabras, sino que rechazaron mi enseñanza. 20 ¿De qué me sirve este incienso que llega de Sabá, o la caña dulce de un país lejano? Sus holocaustos no me gustan; sus sacrificios no me agradan.» 21 Por eso, así dice el Señor: «Voy a ponerle obstáculos a este pueblo. Padres e hijos tropezarán contra ellos, vecinos y amigos perecerán.» 22 Así dice el Señor: «¡Miren! Del norte viene un ejército; una gran nación se moviliza desde los confines de la tierra. 23 Empuñan el arco y la lanza; son crueles y no tienen compasión. Lanzan gritos como bramidos del mar, y cabalgan sobre sus corceles. ¡Vienen contra ti, hija de Sión, listos para la batalla!» 24 Nos ha llegado la noticia, y nuestras manos flaquean; la angustia nos domina, como si tuviéramos dolores de parto. 25 ¡Viene el enemigo armado con espada! No salgan al campo, ni transiten por los caminos. ¡Hay terror por todas partes! 26 Vístete de luto, pueblo mío; revuélcate en las cenizas. Llora amargamente, como lo harías por tu primogénito, porque nos cae por sorpresa el que viene a destruirnos. 27 «Te he puesto entre mi pueblo como vigía y atalaya, para que escudriñes y examines su conducta. 28 Todos ellos son muy rebeldes, y andan sembrando calumnias; sean de bronce o de hierro, todos son unos corruptos. 29 Los fuelles soplan con furor, y el plomo se derrite en el fuego, pero los malvados no se purifican; ¡de nada sirve que se les refine! 30 Por eso se les llama “Escoria de la plata”: ¡para el Señor son un desecho!» 

La Santa Biblia, Nueva Versión Internacional® NVI®
Copyright © 1999 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.

Jeremías 6

Het Boek

de Biblica

Een laatste waarschuwing

1 Ren, volk van Benjamin, ren voor uw leven! Vlucht weg uit Jeruzalem! Sla alarm in Tekoa en geef een rooksignaal vanaf Bet-Hakkerem! Waarschuw iedereen dat er een sterk leger vanuit het noorden onderweg is om dit land te verwoesten! 2 Jeruzalem, u bent mooi en kwetsbaar, hulpeloos als een meisje, maar u bent ten dode opgeschreven. 3 Als herders zullen de legers u omringen. Zij zullen hun kamp rond uw stad opslaan en uw weiden verdelen voor hun kudden. 4 Kijk eens hoe zij zich rond het middaguur klaarmaken voor de strijd. De schaduwen van de avond overvallen hen echter al gauw en het wordt te laat voor de strijd. 5 ‘Vooruit,’ zeggen zij, ‘laten we dan maar vannacht aanvallen en haar paleizen verwoesten!’ 6 Want de HERE van de hemelse legers heeft tegen hen gezegd: ‘Hak haar bomen om en gebruik die om een wal op te werpen tegen de muren van Jeruzalem. Dit is de stad die moet worden gestraft, want zij is vol onderdrukking. 7 Het kwaad spuit uit haar op als water uit een fontein! In haar straten weerklinken de geluiden van het geweld, haar ziekte en wonden staan Mij dag en nacht voor ogen. 8 U bent gewaarschuwd, Jeruzalem. Als u niet luistert, zal Ik u in de steek laten en uw land tot een onbewoonbaar gebied maken. 9 Want zoals een druivenplukker elke wijnstok nog eens goed bekijkt of hij nog druiven heeft laten zitten, zo moet u het restant van mijn volk gaan onderzoeken,’ zegt de HERE van de hemelse legers tegen Jeremia. 10 Daarop antwoordt Jeremia: ‘Maar wie zal luisteren als ik hen waarschuw? Hun oren zitten dicht, zij kunnen niet luisteren. Aan het woord van de HERE hebben zij een hekel, zij willen er niets mee te maken hebben. 11 Vanwege dit alles ben ik vol van de toorn van de HERE. Ik ben te moe om me nog langer in te houden. Ik zal het uitgieten over Jeruzalem, zelfs over de spelende kinderen in de straten, over de bijeenkomsten van jonge mannen, over echtparen en bejaarden. 12 Hun vijanden zullen in hun huizen wonen en hun velden en vrouwen in bezit nemen. Want Ik zal het volk van dit land straffen,’ heeft de HERE gezegd. 13 Allemaal zijn ze uit op hun eigen voordeel, van de laagste tot de hoogste! Ja, zelfs onder profeten en priesters zijn er bedriegers! 14 U kunt een wond niet genezen door te doen alsof hij er niet is! Toch verzekeren de priesters en profeten de mensen dat het vrede is. 15 Schaamde mijn volk zich toen het afgoden aanbad? Nee, ze weten niet eens meer wat schaamte is. Daarom zal mijn volk tussen de gesneuvelden neervallen en sterven onder mijn toorn. 16 Toch blijft de HERE tegen u zeggen: ‘Vraag waar de goede weg is, de vertrouwde paden die u lang geleden bewandelde. Als u die volgt, zult u rust vinden voor uw ziel. Maar u antwoordt: “Nee, die weg willen wij niet gaan!” 17 Ik stelde wachtposten over u aan die u waarschuwden: “Luister naar het trompetgeschal. Dat is het teken dat er moeilijkheden op komst zijn.” Maar u zei: “Nee, wij luisteren niet!” 18-19 Dan is dit mijn besluit tegen mijn volk: luister ernaar, verre landen, luister, heel de aarde, naar wat er met mijn volk gaat gebeuren! Ik zal rampen over de mensen brengen, het zal het gevolg zijn van hun eigen zonde, omdat zij niet naar Mij willen luisteren. Zij wijzen mijn wet af. 20 Wat heb Ik eraan dat u zoet reukwerk uit Seba voor Mij verbrandt! Houd uw exotische parfums maar! Ik kan uw offers niet aannemen, de geur ervan kan Ik niet waarderen! 21 Ik zal daarom hindernissen op de weg van mijn volk leggen. Vaders en zonen zullen erover struikelen, buren en vrienden zullen gezamenlijk ten val komen.’ 22 De HERE God zegt: ‘Kijk hoe de legers uit het noorden komen aanmarcheren, een groot volk van het einde van de aarde trekt tegen u ten strijde. 23 Het is een wreed en genadeloos volk, zwaarbewapend en klaar voor de oorlog. Het lawaai van dat leger klinkt als de brullende zee. Als één man vallen zij u aan, Jeruzalem. 24 Wij horen hun legers komen en wij trillen van angst. Angst en paniek overvallen ons, zoals weeën een barende vrouw. 25 Ga niet naar buiten, het veld in! Want de vijand is overal, klaar om toe te slaan. Wij zijn omringd door terreur. 26 Och Jeruzalem, trots van mijn volk, trek rouwkleding aan en ga zitten in de as. Huil bittere tranen alsof u uw enige zoon had verloren. Want de verwoestende legers zullen u plotseling overvallen. 27 Jeremia, Ik heb u tot een keurmeester van metalen gemaakt, zodat u het erts—dat is mijn volk—kunt testen en de waarde ervan kunt bepalen. Luister naar wat het zegt en kijk wat het doet. 28 Zijn zij niet de grootste opstandelingen en loopt hun mond niet over van roddel? Zij zijn zo onverbeterlijk en waardeloos als koper en ijzer. 29 De blaasbalgen blazen zo hard mogelijk en het zuiverende vuur wordt heter, maar het kan hen nooit reinigen, want er is niets puurs in hen wat naar buiten kan worden gebracht. Hoe heet het vuur ook is, zij blijven hun slechte wegen bewandelen. 30 Ik noem hen “onzuiver, afgekeurd zilver” omdat de HERE hen heeft verworpen.’ 

Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.