Salmo 6

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 ¡No, SEÑOR! ¡no me castigues cuando estés enojado; no me reprendas en tu furor!2 Ten piedad de mí, oh SEÑOR, porque soy débil. Sáname, pues mi cuerpo está en agonía,3 y estoy desconcertado y turbado. Tengo el alma llena de aprensión y tristeza. ¿Hasta cuándo, SEÑOR, hasta cuándo?4 Ven, SEÑOR, y sáname. Sálvame por tu misericordia.5 Pues si muriera, no podría alabarte.6 El dolor me tiene agotado; cada noche baño en lágrimas mi almohada.7 Los ojos se me están envejeciendo y nublando de sufrimiento a causa de todos mis enemigos.8 Váyanse; déjenme ya, hombres de perversas obras, porque el SEÑOR ha escuchado mi llanto9 y mi súplica. Él responderá a todas mis oraciones.10 Todos mis enemigos quedarán repentinamente en ridículo, aterrorizados y avergonzados. Serán rechazados afrentosamente.

Salmo 6

Het Boek

de Biblica
1 Een psalm van David voor de koordirigent. Te begeleiden met snarenspel en te zingen op de wijs van ‘De Achtste’.2 O HERE, nee, straf mij niet in het vuur van uw toorn!3 Heb medelijden met mij, HERE, want ik ben maar een zwak mens. Genees mij, want mijn lichaam is ziek4 en mijn geest verward. Laat mij toch snel weer tot mijzelf komen!5 Kom, HERE, red mijn ziel, red mij door uw goedheid.6 Want doden kunnen U geen eer bewijzen en in het dodenrijk kan niemand U loven.7 Het verdriet put mij uit, elke nacht wordt mijn kussen nat van de vele tranen.8 Mijn ogen staan dof en mijn blik is duister omwille van mijn vijanden.9 Verdwijn uit mijn ogen, zondaars, want de HERE heeft mijn tranen gezien10 en mijn smeken gehoord. Hij zal mijn gebeden beantwoorden.11 Al mijn vijanden zullen voor schut staan, onverwachts in verwarring raken en beschaamd de aftocht blazen.