1¡Oh SEÑOR, muchos son mis enemigos! ¡Muchos están contra mí!2Muchos dicen que Dios jamás me ayudará3Pero, SEÑOR, tú eres mi escudo, mi gloria, tú mantienes en alto mi cabeza.4Clamé al SEÑOR a voz en cuello, y él me respondió desde su monte santo.5Luego me acosté y dormí en paz, y desperté a salvo, porque el SEÑOR velaba por mí.6Y ahora, aunque diez mil adversarios me tengan cercado, no tengo miedo.7«¡Levántate, oh SEÑOR! ¡Sálvame, Dios mío!». ¡Rómpele la quijada a mi enemigo! ¡Rómpele los dientes a los malvados!8La salvación viene de Dios. Envía su bendición a todo su pueblo.
Salmo 3
Het Boek
de Biblica1Een psalm van David toen hij op de vlucht was voor zijn zoon Absalom.2HERE, iedereen is tegen mij, velen willen mij kwaad doen. Ik heb zoveel vijanden.3Velen zeggen dat God mij toch niet zal helpen.4Maar HERE, U bent mijn beschermende schild en U houdt mijn eer hoog. U bent mijn enige hoop! Alleen uw kracht houdt mij overeind.5Ik schreeuwde het uit van ellende naar de HERE en Hij hoorde mij in zijn heiligdom.6Toen pas durfde ik rustig te gaan liggen en vredig te gaan slapen. Ik werd ook weer veilig wakker, want de HERE hield de wacht over mij.7En al staan nu aan weerszijden van mij tienduizenden vijanden, ik ben er niet meer bang voor.8Ik roep dan: ‘Sta op, HERE! Mijn God, red mij!’ En Hij zal hen dan in het gezicht slaan. Hij slaat hun de tanden uit de mond.9Want de ware redding komt alleen van de HERE. Hij zegent zijn volgelingen en geeft hun vrede.