1SEÑOR, te doy gracias de todo corazón. Cantaré tus alabanzas delante de los dioses.2Al adorarte me inclino ante tu santo templo. Agradeceré a tu nombre por tu gran amor y fidelidad. Porque has exaltado tu nombre y tu palabra por sobre todas las cosas.3Cuando oro me respondes y me animas dándome la fuerza que necesito.4Todos los reyes de la tierra te darán gracias, SEÑOR, porque todos ellos oirán tus palabras.5Sí, cantarán de los caminos del SEÑOR, porque la gloria del SEÑOR es muy grande.6Aunque el SEÑOR es grande, toma en cuenta a los humildes, y está lejos de los orgullosos.7Aunque me rodeen tribulaciones, tú me librarás de la ira de mis enemigos. Contra el enojo de mis enemigos extenderás tu mano. Tu poder me salvará.8El SEÑOR cumplirá sus planes para mi vida. Porque tu gran amor, SEÑOR; es para siempre. No me abandones, pues tú me hiciste.
Salmo 138
Het Boek
de Biblica1Een lied van David. Met mijn hele hart zal ik U prijzen en roemen. Ik daag de machtigen uit en zing psalmen voor U.2In uw heilige tempel wil ik op mijn knieën gaan en uw naam eren om uw goedheid, liefde en trouw. Want U hebt tot eer van uw naam al uw beloften ingelost.3Toen ik U aanriep, hebt U mij antwoord gegeven. U gaf mij nieuwe moed en kracht om verder te gaan.4HERE, eenmaal zullen alle koningen van deze aarde U prijzen, wanneer zij hebben gehoord wat U zegt.5Zij zullen liederen zingen over alles wat de HERE doet, want zijn macht en majesteit zijn onmetelijk groot.6De HERE is hoogverheven en ziet vol liefde neer op ieder die zich van zijn kleinheid bewust is. Maar trotse mensen wil Hij niet kennen.7Wanneer ik in grote moeite en zorgen verkeer, houdt U mij vast. U houdt de woede van mijn vijanden bij mij weg en bevrijdt mij door uw kracht.8De HERE zal ervoor zorgen dat alles goed voor mij afloopt. HERE, uw goedheid en liefde zijn eeuwig. Laat het werk dat U bent begonnen, niet halverwege ophouden.