Salmo 122

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 Me alegré mucho cuando me dijeron: «Vamos a la casa del SEÑOR».2 Hemos llegado, Jerusalén. ¡Ya estamos dentro de tus muros!3 Jerusalén, ciudad que estás bien edificada, bien unida entre sí.4 Todo el pueblo de Israel, el pueblo del SEÑOR, sube aquí. Vienen para alabar el nombre del SEÑOR como la ley lo ordena.5 Aquí están los tronos de justicia, los tronos de la dinastía de David.6 Pidamos por la paz de Jerusalén: «Que vivan en paz los que te aman.7 Que reine la paz dentro de tus muros y la prosperidad en tus palacios».8 Por causa de mi familia y amigos, yo diré: «Deseo que tengas paz».9 Por la casa del SEÑOR nuestro Dios procuraré tu bienestar.

Salmo 122

Het Boek

de Biblica
1 Een bedevaartslied van David. Wat was ik blij toen men mij voorstelde samen naar het huis van de HERE te gaan.2 Jeruzalem, wij staan in uw poorten.3 Jeruzalem is een goedgebouwde stad,4 waar de stammen van het volk naartoe gaan. Alle stammen die bij de HERE horen. Het is een voorschrift voor het volk de HERE te prijzen.5 Want in Jeruzalem wordt rechtgesproken en het huis van David is er gevestigd.6 Bid voor de vrede van Jeruzalem, dat ieder die van de stad houdt, rust mag ervaren.7 Laat er vrede heersen binnen de muren en rust in elke stadswijk.8 Ter wille van mijn broers en vrienden zeg ik tot de stad: ‘Laat er vrede in u zijn.’9 En ter wille van het huis van onze HERE God zal ik het goede zoeken voor de stad Jeruzalem.