de Biblica1Hace mucho tiempo, cuando Israel salió de Egipto, de una tierra extraña,2la tierra de Judá se convirtió en el santuario de Dios e Israel, en su reino.3El Mar Rojo los vio venir y rápidamente huyó ante ellos. El río Jordán se volvió atrás.4Las montañas saltaron como chivos, y las colinas como corderos.5¿Qué te pasó, Mar Rojo, qué te hizo huir? Río Jordán, ¿qué le ocurrió a tus aguas? ¿Por qué se volvieron atrás?6Por qué, ustedes los montes saltaron como chivos? ¿Por qué, ustedes colinas, saltaron como corderos?7Tiembla, oh tierra, ante la presencia del SEÑOR, el Dios de Jacob,8porque él hizo que de la roca surgiera un estanque, del pedernal surgieran torrentes de agua.
Salmo 114
Het Boek
de Biblica1Toen het volk Israël wegtrok uit Egypte en het volk verliet dat een vreemde taal sprak,2koos God het gebied van Juda uit als zijn heilige woonplaats, het land Israël was zijn gebied.3De Rietzee zag het volk komen en week uiteen om het door te laten. Hetzelfde gebeurde met de Jordaan: ook die stremde haar water en bood een doorgang.4De bergen leken op springende schapen en de heuvels op dartelende lammetjes.5Waarom week de zee uiteen? Waarom bood de Jordaan een doorgang?6Waarom leken de bergen op springende schapen en de heuvels op lammetjes?7Laat de hele aarde beven als de Here komt, beven wanneer de God van Jakob zijn gezicht laat zien.8Want Hij veranderde de rots in een waterbron en droge, dorre stenen gaven water.