de Biblica1»Les digo todas estas cosas para que no disminuya su fe.2A ustedes los echarán fuera de las sinagogas; y llegará el día en que cualquiera que los mate pensará que le está prestando un servicio a Dios.3Harán estas cosas porque no nos han conocido ni al Padre ni a mí.4Y les digo esto, para que cuando suceda se acuerden que ya se lo había dicho. No les dije esto desde el principio porque yo estaba con ustedes.
La obra del Espíritu Santo
5»Pero ahora regreso al que me envió, y ninguno de ustedes me pregunta a dónde voy.6Al contrario, se han llenado de tristeza por lo que les dije.7Pero les digo la verdad: A ustedes les conviene que me vaya, porque si no lo hago, el Consolador no vendrá a ustedes; en cambio, si me voy, yo se lo enviaré.8Y cuando él venga, convencerá al mundo de su error en cuanto al pecado, a la justicia y al juicio.9Los convencerá en cuanto al pecado, porque no creen en mí.10Los convencerá en cuanto a la justicia, porque voy al Padre y ustedes ya no podrán verme.11Los convencerá en cuanto a juicio, porque el príncipe de este mundo ya ha sido juzgado.12»Tengo muchas cosas más que decirles, que por ahora no podrían soportar.13Pero cuando venga el Espíritu de la verdad, él los guiará a toda la verdad, porque él no hablará por su propia cuenta, sino que dirá sólo lo que oiga y les anunciará las cosas que van a pasar.14Él me glorificará porque tomará de lo mío y se lo dará a conocer a ustedes.15Todo lo que tiene el Padre es mío. Por eso les dije que el Espíritu tomará de lo mío y se lo dará a conocer a ustedes.16»Dentro de poco, ustedes ya no me verán. Pero un poco después volverán a verme».
La despedida de Jesús
17Algunos de sus discípulos se preguntaban unos a otros: «¿Qué quiere decir con eso de que: “dentro de poco, ustedes ya no me verán”, y “un poco después volverán a verme”, y “porque voy al Padre”?».18Y seguían diciendo: «¿Qué quiere decir con eso de “dentro de poco”? No entendemos de qué habla».19Jesús se dio cuenta de que querían hacerle preguntas. Por eso les dijo: ―¿Se están preguntando qué significa: “Dentro de poco ya no me verán”, y “un poco después volverán a verme”?20La verdad es que ustedes llorarán y se llenarán de tristeza, mientras que el mundo se alegrará. Ustedes se pondrán tristes, pero luego su tristeza se convertirá en alegría.21La mujer que va a dar a luz siente dolores porque le ha llegado su hora, pero después que nace la criatura se olvida del dolor por la alegría de haber traído un niño al mundo.22Eso mismo les pasa a ustedes, ahora están tristes, pero cuando vuelva a verlos se alegrarán y nadie podrá quitarles esa alegría.23Cuando llegue ese día ya no me preguntarán nada. Les aseguro que mi Padre les dará todo lo que le pidan en mi nombre.24Hasta ahora no han pedido nada en mi nombre. Pidan y recibirán, para que su alegría sea completa.25»Les he dicho todo esto por medio de comparaciones, pero viene la hora en que ya no usaré más comparaciones, sino que les hablaré claramente acerca de mi Padre.26En aquel día ustedes pedirán en mi nombre. Y no digo que voy a rogar por ustedes al Padre,27porque el Padre mismo los ama. Él los ama porque me aman y han creído que yo vengo de parte de Dios.28Salí del Padre y vine al mundo. Ahora dejo el mundo para volver al Padre».29Sus discípulos le dijeron: ―Ahora sí estás hablando claramente, sin usar comparaciones.30»Ya nos damos cuenta de que sabes todas las cosas, y que no hay necesidad de que nadie te haga preguntas. Por eso creemos que saliste de Dios».31Jesús respondió: ―¿Hasta ahora me creen?32Ya se acerca la hora, ya ha llegado, en que ustedes huirán cada uno por su lado y a mí me dejarán solo. Pero no estoy solo, porque el Padre está conmigo.33Yo les he dicho estas cosas para que en mí encuentren paz. En este mundo van a sufrir, pero anímense, yo he vencido al mundo.
1‘Ik heb dit verteld omdat Ik wil voorkomen dat jullie je geloof verliezen.2Want de Joden zullen jullie niet alleen uit de synagoge gooien, maar zelfs doden en dan denken zij ook nog God daarmee een grote dienst te bewijzen.3Zij zullen dat doen, omdat zij de Vader en Mij niet kennen.4Ik zeg dit hierom: als een en ander gebeurt, zullen jullie je mijn woorden herinneren. Tot nu toe heb Ik hier niets over gezegd, omdat Ik nog bij jullie was.5Maar nu ga Ik terug naar Hem die Mij gestuurd heeft en niemand vraagt waar Ik naartoe ga.6Mijn woorden maken jullie verdrietig.7Maar wat Ik zeg, is de waarheid, het is beter voor jullie dat Ik wegga, anders kan mijn Helper niet bij jullie komen. Als Ik wegga, stuur Ik Hem naar jullie toe.8En wanneer Hij komt, zal Hij de mensen in de wereld overtuigen van zonde, rechtvaardigheid en oordeel.9Van zonde omdat zij weigeren in Mij te geloven.10Van rechtvaardigheid, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zullen zien.11Het oordeel houdt in dat de heerser van deze wereld al geoordeeld is.12Ik zou jullie nog veel meer moeten zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen.13Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij jullie de weg wijzen naar de volledige waarheid. Wat Hij jullie zal zeggen, heeft Hij niet uit Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort, en Hij zal bekendmaken wat komen gaat.14Door jullie te vertellen wat Hij van Mij hoort, zal Hij Mij verheerlijken.15Alles wat van de Vader is, is ook van Mij. Daarom zeg Ik dat Hij alles wat Hij van Mij hoort, aan jullie zal vertellen.16Nog even en jullie zullen Mij niet meer zien. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.’17Enkele leerlingen zeiden tegen elkaar: ‘Wat zou Hij bedoelen met “nog even” en “Ik ga naar de Vader”?18Wij begrijpen er niets van!’19Jezus wist wat zij Hem wilden vragen en zei: ‘Jullie vragen je zeker af wat Ik bedoel met: “Nog even en jullie zien Mij niet meer. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.”20Luister goed! De mensen zullen blij zijn over wat er met Mij gebeurt, maar jullie zullen verdrietig zijn. Maar jullie verdriet zal omslaan in blijdschap.21Net als bij een zwangere vrouw die moet bevallen. Tijdens de geboorte heeft zij veel pijn. Maar als het voorbij is, denkt zij niet meer aan de pijn en de moeite, zo blij en gelukkig is zij met haar kind.22Jullie zijn nu wel verdrietig omdat Ik wegga, maar Ik zal jullie terugzien. Dan zullen jullie blij zijn en die blijdschap kan niemand jullie meer afnemen.23Als het zover is, hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Luister goed, Ik zeg dat jullie dan alles rechtstreeks aan de Vader kunnen vragen en Hij zal het jullie geven in mijn naam.24Tot nu toe hebben jullie nog niet in mijn naam gebeden. Bid en jullie zullen ontvangen. Dat zal jullie grote vreugde geven.25Ik heb tot nu toe veel beeldspraak gebruikt, maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is. Dan kan Ik jullie zonder beperking over de Vader vertellen.26Als het zover is, kunnen jullie in mijn naam bidden. Ik hoef dan niets meer voor jullie aan de Vader te vragen,27want de Vader houdt Zelf van jullie omdat jullie van Mij houden en geloven dat Ik bij Hem vandaan kom.28Ik ben van de Vader naar de wereld gekomen. Nu verlaat Ik de wereld en ga terug naar de Vader.’29Zijn leerlingen zeiden: ‘Dat is tenminste niet zo onbegrijpelijk, nu spreekt U duidelijke taal.30Wij weten nu dat U alles weet en dat niemand U iets hoeft te vragen. Daarom geloven wij dat U van God komt.’31‘Geloven jullie het nu eindelijk?’ antwoordde Jezus.32‘Er komt een tijd dat jullie uiteengejaagd worden, dan gaat ieder zijn eigen weg en laat Mij in de steek. Maar echt alleen zal Ik niet zijn, omdat de Vader bij Mij is.33Dit heb Ik jullie verteld, omdat Ik wil dat jullie mijn vrede bewaren. In de wereld zullen jullie het zwaar te verduren krijgen. Maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen.’