Isaías 2

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 Este es otro mensaje que dio el SEÑOR a Isaías respecto de Judá y Jerusalén:2 En los días finales Jerusalén y el templo del SEÑOR se convertirán en la mayor atracción del mundo, y gente de muchas tierras acudirá a adorar al SEÑOR.3 «Vamos», dirán todos, «subamos al monte del SEÑOR, al templo del Dios de Israel; allí nos enseñará él sus leyes, y las obedeceremos». Porque en aquellos días el mundo será gobernado desde Jerusalén.4 El SEÑOR zanjará las disputas internacionales, todas las naciones transformarán las armas de guerra en herramientas de paz, por fin cesarán las guerras y terminará el adiestramiento militar.5 ¡Vamos, oh Israel, caminemos en la luz del SEÑOR y obedezcamos sus leyes!6 El SEÑOR los ha rechazado porque dieron cabida a extranjeros del oriente que practican la magia y se comunican con los malos espíritus, como hacen los filisteos.7 Israel posee grandes tesoros de oro y plata y gran cantidad de caballos y carros.8 Además, su tierra está llena de ídolos. Son productos humanos y, sin embargo, los adoran.9 Grandes y pequeños, todos se inclinan religiosamente ante ellos; por este pecado no los perdones.10 Huyan a las cuevas de las rocas y ocúltense aterrorizados de su gloriosa majestad,11 porque el día viene en que sus altivas miradas serán humilladas; sólo el SEÑOR será exaltado.12 En aquel día el SEÑOR Todopoderoso marchará contra los orgullosos y altivos y los humillará hasta que estén postrados en el polvo.13 Todos los altos cedros del Líbano y las poderosas encinas de Basán se van a humillar,14 así como los altos montes y las colinas,15 y todo muro y alta torre,16 y todos los orgullosos navíos del océano y barcas de cabotaje. En aquel día todos serán quebrantados ante el SEÑOR.17 Toda la gloria de la humanidad se humillará; los orgullosos yacerán en el polvo, y sólo el SEÑOR será exaltado.18 Todos los ídolos serán abolidos y destruidos por completo.19 Cuando el SEÑOR se levante de su trono para sacudir la tierra, sus enemigos irán arrastrándose temerosos a los agujeros de las rocas y a las cuevas, huyendo de la gloria de su majestad.20 Por fin abandonarán sus ídolos de oro y plata a los topos y a los murciélagos,21 y se arrastrarán a las cavernas para ocultarse entre ásperas rocas en lo alto de los riscos, tratando de escapar del espanto que el SEÑOR provoca y de la gloria de su majestad cuando él se alce para castigar la tierra.22 ¡Mezquino es el ser humano! ¡Frágil como su aliento! ¡Jamás confíen en él!

Isaías 2

Het Boek

de Biblica
1 Dit is een andere boodschap van de HERE aan Jesaja over Juda en Jeruzalem:2 In de laatste dagen zullen Jeruzalem en de tempel van de HERE een grote aantrekkingskracht op de wereld uitoefenen en mensen uit vele landen zullen daar naartoe trekken om de HERE te aanbidden.3 ‘Kom,’ zullen zij tegen elkaar zeggen, ‘laten wij naar de berg van de HERE gaan om de tempel van de God van Israël te bezoeken. Hij zal ons leren hoe wij moeten leven en wij zullen Hem gehoorzamen.’ Want in die tijd zal de HERE vanuit Jeruzalem de hele wereld onderwijzen en regeren.4 Hij zal rechtspreken tussen de volken en machtige, verafgelegen naties terechtwijzen. Oorlogstuig zal worden omgebouwd tot landbouwwerktuigen. Geen enkel volk zal nog een ander volk aanvallen, want alle oorlogen zullen verleden tijd zijn, en niemand zal meer worden opgeleid tot soldaat.5 Och Israël, laten wij wandelen in het licht van de HERE en zijn wetten gehoorzamen!6 De HERE heeft u verstoten, omdat u vreemde invloeden uit het oosten binnenhaalt, zoals magie en contact met de boze geesten, zoals dat ook bij de Filistijnen het geval is.7 Israël heeft grote schatten aan zilver en goud en grote hoeveelheden paarden en wagens.8 Bovendien wemelt het land van de afgoden. Zij maken zelf hun afgodsbeelden en aanbidden die dan!9 Groot en klein, alles buigt voor die beelden en God zal hun de zonde niet vergeven.10 Verberg u in de grotten, verberg u voor de verschrikkelijke majesteit van de HERE,11 want er komt een tijd dat trotse blikken worden neergeslagen en dat trotse mannen zich buigen, in die dagen zal alleen de HERE verheven zijn.12 Die dag zal de HERE van de hemelse legers alles wat trots en hoogmoedig is, vernederen.13 De hoge ceders van de Libanon en de machtige eiken van Basan zullen zich buigen.14 Alle hoge bergen en heuvels,15 elke hoge toren en steile muur,16 alle grote zeeschepen met kostbare lading: alles zal die dag door de HERE worden verwoest.17 Alle menselijke verwaandheid zal moeten buigen en alleen de HERE zal verheven zijn.18 En alle afgoden zullen spoorloos verdwijnen.19 Als de HERE van zijn troon opstaat om de aarde te bestraffen, zullen zijn vijanden een goed heenkomen zoeken in rotsspleten en grotten, uit angst voor zijn indrukwekkende glorie en majesteit.20 Dan zullen de mensen eindelijk hun gouden en zilveren afgoden afdanken en voor de ratten en de vleermuizen gooien21 in een overhaaste vlucht naar de rotsholen en bergspleten, om te ontkomen aan de verschrikkelijke glorie en majesteit van de HERE, wanneer Hij opstaat om de aarde te bestraffen.22 Stel toch geen vertrouwen in de mens, klein als hij is en afhankelijk van zijn ademhaling. Hij stelt niets voor!