Su navegador no está actualizado. Si ERF Bibleserver es muy lento, por favor, actualice su navegador.

Iniciar sesión
... y use todas las características!

  • Leer1. Mose 3
  • Notas
  • Etiquetas
  • Me gusta
  • Historial
  • Diccionarios
  • Plan de lectura
  • Gráficos
  • Videos
  • Ocasiones especiales
  • Donar
  • Blog
  • Boletín informativo
  • Colaborador
  • Ayuda
  • Contacto
  • Habilidad de Alexa
  • Para Webmasters
  • Política de privacidad
  • Accessibility Statement
  • Reglamento general de protección de datos (RGPD)
  • Imprimir
  • Language: español
© 2025 ERF
Regístrese gratis

Colosenses 1

Nueva Biblia Viva

de Biblica
1 Pablo, apóstol de Jesucristo porque Dios así lo quiso, y el hermano Timoteo. 2 A los santos y fieles hermanos en Cristo que están en la ciudad de Colosas: Que Dios nuestro Padre les conceda su amor y su paz. 

Acción de gracias e intercesión

3 Cada vez que oramos por ustedes damos gracias a Dios, el Padre de nuestro Señor Jesucristo, 4 porque nos han hablado de lo mucho que confían en el Señor y de cuánto amor le tienen al pueblo de Dios. 5 Ustedes se comportan así motivados por la esperanza de lo que está guardado para ustedes en el cielo. De ello se enteraron por medio del mensaje verdadero del evangelio. 6 Esas buenas nuevas que escucharon ustedes están dando fruto y creciendo en todo el mundo, como también sucedió entre ustedes mismos desde el día en que escucharon y entendieron la gracia de Dios. 7 Epafras, nuestro muy amado colaborador, el que les enseñó el evangelio y en quien tienen ustedes a un fiel servidor de Cristo, 8 fue quien nos contó del gran amor hacia los demás que el Espíritu ha puesto en ustedes. 9 Por eso, desde el primer momento que lo supimos, hemos estado orando y pidiendo a Dios que les ayude a entender plenamente la voluntad divina, y que les dé la sabiduría e inteligencia que vienen del Espíritu. 10 Así podrán agradar y honrar al Señor en todo; harán toda clase de buenas obras y conocerán cada día más y mejor a Dios. 11 Además, estarán llenos del grande y glorioso poder divino para perseverar a pesar de las circunstancias adversas; 12 y con gozo darán gracias al Padre, que nos ha capacitado para participar de la herencia que pertenece a los que viven en el reino de la luz. 13 Él nos rescató del reino de las tinieblas y nos trasladó al reino de su Hijo amado, 14 quien compró nuestra libertad y perdonó nuestros pecados. 

La supremacía de Cristo

15 Cristo es la imagen misma del Dios invisible, y existe desde antes que Dios comenzara la creación. 16 Cristo mismo es el creador de cuanto existe en los cielos y en la tierra, de lo visible y de lo invisible, y de todos los seres que tienen poder, autoridad y dominio; todo fue creado por medio de él y para él. 17 Cristo ya existía antes de todas las cosas y, por su poder, todas subsisten. 18 Él es la cabeza de ese cuerpo suyo que es la iglesia. Él, que es el principio, fue el primero en resucitar, para ser en todo siempre el primero. 19 Porque Dios quiso que en el Hijo habitara toda su plenitud. 20 Por medio del Hijo, Dios reconcilió con él todas las cosas, tanto las que están en los cielos como las que están en la tierra. Esa paz la logró Dios por medio de la sangre que Jesús derramó en la cruz. 21 En otro tiempo, ustedes estaban alejados de Dios y eran sus enemigos, debido a sus malos pensamientos y acciones. 22 Pero ahora él los ha reconciliado por medio de la muerte que Cristo sufrió en su cuerpo, para presentarlos santos, sin mancha ni culpa, ante la misma presencia de Dios. 23 Pero para esto tienen que creer firmemente y no abandonar la esperanza que tienen gracias a las buenas noticias. Estas son las buenas noticias que un día escucharon y que ahora mismo están siendo proclamadas en el mundo entero. Y yo, Pablo, trabajo anunciándolas. 

Trabajo de Pablo por la iglesia

24 Es cierto que estoy sufriendo por ustedes, pero me alegro. Así ayudo a completar lo que falta de los sufrimientos de Cristo por ese cuerpo suyo que es la iglesia. 25 Después de todo, sirvo a la iglesia por comisión divina, que me fue dada para bien de ustedes y con el propósito de revelar el plan divino en todas partes. 26 A través de los siglos y a lo largo de muchas generaciones, ese plan se había mantenido en secreto, pero por fin el Señor ha querido revelarlo a los suyos. 27 A ellos, Dios les dio a conocer la riqueza y la gloria de su plan que, por cierto, beneficia a los gentiles. Y este es el misterio: Cristo está entre ustedes y es su esperanza de gloria. 28 Por eso, adondequiera que vamos hablamos de Cristo, y amonestamos y enseñamos a todos con toda sabiduría. Queremos que cada ser humano sea perfecto como Cristo. 29 Esa es mi tarea y lucho para realizarla con toda la fuerza y el poder que Cristo me da. 

La Nueva Biblia Viva TM
Copyright © 2006, 2008 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

Colosenses 1

Het Boek

de Biblica

Christus is in alles de eerste

1 Van: Paulus, door God aangesteld als apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timotheüs. 2 Aan: de broeders en zusters in Kolosse, die trouw en in geloof Christus volgen. Wij wensen u de genade en vrede toe van God, onze Vader. 3 Altijd als wij voor u bidden, danken wij God, die de Vader is van onze Here Jezus Christus. 4 Want wij hebben gehoord dat u op Christus Jezus vertrouwt en ook uw medegelovigen liefhebt. 5 Deze liefde komt voort uit de verwachting die u hebt van de toekomst die u in de hemel wacht. U ziet uit naar die hemelse vreugde sinds u de waarheid, het goede nieuws, gehoord hebt. 6 Dit goede nieuws heeft overigens niet alleen u bereikt, het gaat over de hele wereld. Overal worden er mensen door veranderd, net als u vanaf de dag dat u van Gods genade hebt gehoord en deze als waarheid erkend hebt. 7 U hebt het gehoord van onze medewerker Epafras die bij ons erg geliefd is, hij is ook een trouw dienaar van Christus. 8 Hij heeft ons verteld hoe groot de liefde is die u door de Heilige Geest hebt ontvangen. 9 Daarom blijven wij, vanaf de dag dat wij dat hebben gehoord, steeds voor u bidden. Wij vragen God om u te laten begrijpen wat Hij wil dat u doen zult. Wij vragen voor u om wijsheid en geestelijk inzicht. 10 Dan zult u tot eer van de Here leven en doen wat Hij graag wil. Hoe beter u God leert kennen, hoe vruchtbaarder uw leven zal zijn. 11 Ook vragen wij Hem u te sterken met zijn geweldige, hemelse kracht, opdat u alles blij en geduldig kunt verdragen, 12 en wij danken Hem dat Hij u in staat stelt om te delen in de heerlijke erfenis die toebehoort aan zijn volk dat in het licht leeft. 13 Want God heeft ons bevrijd uit de macht van de duisternis en ons een plaats gegeven in het Koninkrijk van zijn geliefde Zoon, 14 die onze vrijheid kocht met zijn bloed en daardoor ontvingen wij vergeving voor al onze zonden. 15 In de persoon van Christus is de onzichtbare God zichtbaar geworden, Hij is als eerstgeborene verheven boven de hele schepping. 16 In Christus is alles in de hemelen en op aarde geschapen, al het zichtbare en onzichtbare. Koningen en wereldheersers, regeringen en andere autoriteiten, alles is in Christus gemaakt tot zijn eer. 17 Hij was er al voordat er iets bestond en alles wat bestaat, is er dankzij Hem. 18 Hij is het hoofd van de gemeente, zijn lichaam. Hij is het begin van alles en ging ons als eerste voor in de opstanding uit de dood. In alles is Hij de eerste. 19 Want God had besloten met zijn hele wezen in zijn Zoon te wonen. 20 Door zijn Zoon heeft God een altijddurende vrede gesticht tussen Zichzelf en alles wat in de hemelen en op aarde is. Doordat Christus Zich aan het kruis heeft opgeofferd en zijn bloed heeft gegeven, is er verzoening met God. 21 Dat geldt ook voor u, die vroeger zo ver van God verwijderd was. U leefde als vijand van Hem, zoals bleek uit de slechte dingen die u dacht en deed. 22 Maar nu heeft God Zich met u verzoend, door de dood aan het kruis van zijn aardse lichaam. Zo heeft Christus u heilig en zuiver gemaakt en in de dichte nabijheid van God gebracht. 23 De enige voorwaarde is dat u deze waarheid met heel uw hart gelooft en er standvastig in blijft. Dat u sterk bent in de Here en vast overtuigd van het goede nieuws dat Jezus voor u gestorven is. Dit geweldige nieuws gaat de hele wereld door en ik heb mijn leven in dienst ervan gesteld. 24 Ik ben blij dat ik nu voor u moet lijden, omdat ik op die manier in mijn lichaam iets mag voelen van het lijden dat Christus ten behoeve van zijn lichaam, de gemeente, heeft geleden. 25 God heeft mij immers opgedragen de gemeente te dienen door haar alles over zijn Woord te vertellen. 26 Dat heeft God door de eeuwen heen verborgen gehouden, maar nu bekendgemaakt aan hen die Hem liefhebben en voor Hem willen leven. 27 Hij wilde dat zij zouden weten wat een rijk en prachtig geheim Hij voor alle volken heeft. Dit is het geheim: dat Christus in u leeft. Hij is uw hoop op Gods heerlijkheid. 28 Overal waar wij komen, vertellen wij de mensen over Christus. Wij waarschuwen en onderwijzen hen in alle wijsheid. Wij willen graag ieder mens aan God voorstellen, volmaakt door wat Christus voor hem gedaan heeft. 29 Dit is mijn werk. Ik kan dat alleen maar doen doordat ik van Christus de kracht daarvoor krijg. 

Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.