Je webbrowser is verouderd. Als ERF Bibleserver erg traag is, update dan je browser.

Login
... en gebruik alle functies!

  • Lees1. Mose 3
  • Notities
  • Tags
  • Likes
  • Geschiedenis
  • Woordenboeken
  • Leesplan
  • Afbeeldingen
  • Video's
  • Speciale gelegenheden
  • Doneer
  • Blog
  • Nieuwsbrief
  • Partner
  • Help
  • Contact
  • Alexa-vaardigheden
  • Voor webmasters
  • Privacybeleid
  • Accessibility Statement
  • Rechten van de betrokken personen (DSGVO)
  • Over ERF Bibleserver
  • Language: Nederlands
© 2025 ERF
Gratis aanmelden

Numeri 2

Het Boek

van Biblica

Elke stam zijn eigen plaats

1 De HERE zei tegen Mozes en Aäron: 2 ‘Elke stam heeft zijn eigen plaats in het kamp met een vlaggenstok en een stambanier. Elke stam zal zich op een afstand rond de tabernakel groeperen.’ 3-31 Dit zijn de plaatsen waar elke stam in het kamp verbleef: de stam Juda: 74.600 personen, onder leiding van Nachson, zoon van Amminadab: oostkant van de tabernakel. De stam Issachar: 54.400 personen, onder leiding van Netanel, zoon van Suar: naast Juda. De stam Zebulon: 57.400 personen, onder leiding van Eliab, zoon van Chelon: naast Issachar. Zo kwam het aantal mannen aan Judaʼs kant van het kamp op 186.400. Deze drie stammen gingen voorop wanneer de Israëlieten naar een nieuwe kampplaats trokken. De stam Ruben: 46.500 personen, onder leiding van Elisur, zoon van Sedeür: zuidkant van de tabernakel. De stam Simeon: 59.300 personen, onder leiding van Selumiël, zoon van Surisaddai: naast Ruben. De stam Gad: 45.650 personen, onder leiding van Eljasaf, zoon van Deüel, naast Simeon. In totaal bevonden zich 151.450 mannen aan Rubens kant van het kamp. Zij vormden de tweede groep wanneer de Israëlieten opbraken. Achter hen kwam de tabernakel met de Levieten. Tijdens de dagmarsen bleef elke stam rond zijn eigen stambanier verzameld, net als in het kamp. De stam Efraïm: 40.500 personen, onder leiding van Elisama, zoon van Ammihud: westkant van de tabernakel. De stam Manasse: 32.200 personen, onder leiding van Gamliël, zoon van Pedasur: naast Efraïm. De stam Benjamin: 35.400 personen, onder leiding van Abidan, zoon van Gidoni: naast Manasse. Zo kwam het aantal mannen aan Efraïms kant van het kamp op 108.100. Zij liepen tijdens de mars achter de tabernakel en de Levieten. De stam Dan: 62.700 personen, onder leiding van Achiëzer, zoon van Ammisaddai: noordkant van de tabernakel. De stam Aser: 41.500 personen, onder leiding van Pagiël, zoon van Ochran: naast Dan. De stam Naftali: 53.400 personen, onder leiding van Achira, zoon van Enan: naast Aser. Het aantal mannen aan Dans kant van het kamp bedroeg 157.600. Zij braken het laatst op en vormden de achterhoede. 32-33 In totaal bestonden de legergroepen van Israël dus uit 603.550 mannen. Hierbij waren de Levieten niet inbegrepen. Zij waren door de opdracht die de HERE aan Mozes had gegeven, apart gehouden. 34 Zo voerden de Israëlieten nauwkeurig alle opdrachten van de HERE uit. Zij zetten hun tenten op bij hun eigen banier en braken in bovengenoemde volgorde ook weer op, ingedeeld naar stam en familie. 

Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.