van Biblica1-2Een leerzaam gedicht van David voor de koordirigent. Te spelen met begeleiding van een snaarinstrument. Hij schreef dit nadat de Zifieten hem aan Saul hadden verraden met de woorden: ‘Wist u dat David zich bij ons verborgen houdt?’3O God, bevrijd mij door uw sterke naam. Laat uw kracht mij recht verschaffen.4O God, luister naar mijn gebed, hoor toch naar de woorden van mijn mond.5Vreemde mensen keren zich tegen mij, geweldenaars willen mij doden. Zij denken niet aan God.6Maar God is mijn helper, de Here geeft mij kracht en steunt mij.7God zal mij wreken tegenover de mensen die mij naar het leven staan. Vernietig hen in uw trouw aan mij.8Graag zal ik U offers brengen, ik doe dat uit dankbaarheid aan U. HERE, ik zal uw naam loven en prijzen, want U bent zo goed voor mij.9God heeft mij bevrijd uit alle angst en gevaar en nu kan ik met vreugde naar mijn vijanden kijken.
1Eine Unterweisung Davids, vorzusingen, beim Saitenspiel,2als die Leute von Sif kamen und zu Saul sprachen: David hält sich bei uns verborgen. (1 Sam 23:19; 1 Sam 26:1)3Hilf mir, Gott, durch deinen Namen und schaffe mir Recht durch deine Kraft.4Gott, erhöre mein Gebet, vernimm die Rede meines Mundes.5Denn Stolze erheben sich gegen mich, / und Gewalttäter trachten mir nach dem Leben; sie haben Gott nicht vor Augen. Sela.6Siehe, Gott steht mir bei, der Herr erhält mein Leben.7Er wird die Bosheit meinen Feinden vergelten. Vertilge sie um deiner Treue willen!8Mit Freuden will ich dir Opfer bringen und deinem Namen, HERR, danken, dass er so tröstlich ist.9Denn du errettest mich aus aller meiner Not, dass mein Auge auf meine Feinde herabsieht.