Je webbrowser is verouderd. Als ERF Bibleserver erg traag is, update dan je browser.

Login
... en gebruik alle functies!

  • Lees1. Mose 3
  • Notities
  • Tags
  • Likes
  • Geschiedenis
  • Woordenboeken
  • Leesplan
  • Afbeeldingen
  • Video's
  • Speciale gelegenheden
  • Doneer
  • Blog
  • Nieuwsbrief
  • Partner
  • Help
  • Contact
  • Alexa-vaardigheden
  • Voor webmasters
  • Privacybeleid
  • Accessibility Statement
  • Rechten van de betrokken personen (DSGVO)
  • Over ERF Bibleserver
  • Language: Nederlands
© 2025 ERF
Gratis aanmelden

Colossenzen 3

Het Boek

van Biblica

Principes van het nieuwe leven

1 Nu u met Christus bent opgestaan uit de dood, moet u zich bezighouden met hemelse zaken. Want Christus zit daar nu op de allerhoogste plaats aan de rechterhand van God. 2 Richt daarom uw gedachten op de dingen van de hemel en niet op die van de aarde. 3 U bent immers al gestorven en uw leven is nu, samen met Christus, verborgen in God. 4 Eens wanneer Christus, die ons leven is, zichtbaar voor iedereen zal terugkomen, zal blijken dat ook u deel hebt aan zijn glorierijke macht. 5 Weg dan met alle aardse zonden, zoals seksuele zonden, vuiligheid, hartstocht, slechte verlangens en hebzucht. Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod. 6 Gods zal de mensen die deze dingen doen vreselijk straffen. 7 Vroeger, voor uw bekering, deed u deze dingen ook, 8 maar nu mag er bij u geen sprake meer zijn van bitterheid, woede en boosaardigheid, van roddel en vuile taal. 9 Lieg niet tegen elkaar, dat hoorde bij uw oude leven, waarmee u hebt afgerekend. 10 Maar nu bent u een nieuwe mens, die nog steeds groeit en God beter leert kennen. Zo zult u meer en meer gaan lijken op God, die u gemaakt heeft. 11 In dit nieuwe leven is het van geen enkel belang van welke nationaliteit of ras u bent en evenmin welke opleiding of maatschappelijke positie u hebt. Het gaat om Christus, die alles in allen is. 12 God heeft u uitgekozen en houdt van u. Kleed u daarom met innerlijk medeleven, goedheid, nederigheid, zachtaardigheid en geduld. 13 Verdraag en vergeef elkaar als iemand iets tegen u heeft. Volg hierin het voorbeeld van Christus, die u zonder meer vergeven heeft. 14 Waar het op aankomt, is dat u zich laat leiden door de liefde, want dan zal de gemeente in volmaakte harmonie bijeenblijven. 15 Laat de vrede van God uw harten beheersen. Daartoe heeft God u ook geroepen als leden van één lichaam. Wees daarom dankbaar. 16 Laat uw hart vol zijn van Christusʼ woord. Zijn woorden zullen uw leven verrijken en u wijsheid geven. Leer ze aan elkaar, wijs elkaar ermee terecht en zing erover in psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen. Zing zo met een dankbaar hart voor de Here. 17 Wat u ook zegt of doet, doe het in de naam van de Here Jezus en dank ook God, de Vader, in zijn naam. 18 Vrouwen, voeg u naar uw man, want dat is wat de Here van u verwacht. 19 En mannen, wijd u met liefde aan uw vrouw, behandel haar niet grof of onverschillig. 20 Kinderen, jullie moeten gehoorzaam zijn aan je vader en moeder, want dat is de wil van de Here. 21 Vaders, misbruik tegenover uw kinderen uw macht niet, want dan ontneemt u hun alle moed. 22 Slaven moeten hun meesters altijd gehoorzamen. Probeer het hun niet alleen naar de zin te maken als zij op u letten, maar voortdurend met een bereidwillige houding en ontzag voor God. 23 Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Here is en niet voor mensen. 24 U weet immers dat de Here u zal belonen met een deel van de erfenis, want u dient de Christus als Here. 25 Maar wie iets slechts doet, krijgt het zelf weer terug, en daarbij maakt God geen onderscheid. 

Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

Colossenzen 3

Lutherbibel 2017

van Deutsche Bibelgesellschaft

Der alte und der neue Mensch

1 Seid ihr nun mit Christus auferweckt, so sucht, was droben ist, wo Christus ist, sitzend zur Rechten Gottes. (Col 2:12) 2 Trachtet nach dem, was droben ist, nicht nach dem, was auf Erden ist. (Mat 6:33) 3 Denn ihr seid gestorben, und euer Leben ist verborgen mit Christus in Gott. (Rom 6:2) 4 Wenn aber Christus, euer Leben, offenbar wird, dann werdet ihr auch offenbar werden mit ihm in Herrlichkeit. (1 Cor 15:43) 5 So tötet nun die Glieder, die auf Erden sind, Unzucht, Unreinheit, schändliche Leidenschaft, böse Begierde und die Habsucht, die Götzendienst ist. (Ef 5:3) 6 Um solcher Dinge willen kommt der Zorn Gottes über die Kinder des Ungehorsams. (Ef 5:6) 7 In dem allen seid auch ihr einst gewandelt, als ihr noch darin lebtet. 8 Nun aber legt auch ihr das alles ab: Zorn, Grimm, Bosheit, Lästerung, schandbare Worte aus eurem Munde; (Ef 4:29; Ef 4:31) 9 belügt einander nicht; denn ihr habt den alten Menschen mit seinen Werken ausgezogen (Ef 4:22) 10 und den neuen angezogen, der erneuert wird zur Erkenntnis nach dem Ebenbild dessen, der ihn geschaffen hat. (Gen 1:26; Ef 4:24) 11 Da ist nicht mehr Grieche oder Jude, Beschnittener oder Unbeschnittener, Nichtgrieche, Skythe, Sklave, Freier, sondern alles und in allen Christus. (Gal 3:28) 12 So zieht nun an als die Auserwählten Gottes, als die Heiligen und Geliebten, herzliches Erbarmen, Freundlichkeit, Demut, Sanftmut, Geduld; 13 und ertrage einer den andern und vergebt euch untereinander, wenn jemand Klage hat gegen den andern; wie der Herr euch vergeben hat, so vergebt auch ihr! (Mat 6:14; Ef 4:2; Ef 4:32) 14 Über alles aber zieht an die Liebe, die da ist das Band der Vollkommenheit. (Rom 13:8; Rom 13:10) 15 Und der Friede Christi, zu dem ihr berufen seid in einem Leibe, regiere in euren Herzen; und seid dankbar. (1 Cor 12:13; 1 Cor 12:27; Ef 4:3; Fil 4:7) 16 Lasst das Wort Christi reichlich unter euch wohnen: Lehrt und ermahnt einander in aller Weisheit; mit Psalmen, Lobgesängen und geistlichen Liedern singt Gott dankbar in euren Herzen. (Ef 5:19) 17 Und alles, was ihr tut mit Worten oder mit Werken, das tut alles im Namen des Herrn Jesus und dankt Gott, dem Vater, durch ihn. (1 Cor 10:31) 

Die Ordnung des Hauses (Die christliche Haustafel)

18 Ihr Frauen, ordnet euch euren Männern unter, wie sich’s gebührt in dem Herrn. (Ef 5:22; 1 Petr 2:18) 19 Ihr Männer, liebt eure Frauen und seid nicht bitter gegen sie. (1 Petr 3:7) 20 Ihr Kinder, seid gehorsam den Eltern in allen Dingen; denn das ist wohlgefällig in dem Herrn. 21 Ihr Väter, kränkt eure Kinder nicht, auf dass sie nicht verzagen. 22 Ihr Sklaven, seid gehorsam in allen Dingen euren irdischen Herren; dient nicht allein vor ihren Augen, um den Menschen zu gefallen, sondern in Einfalt des Herzens und in der Furcht des Herrn. 23 Alles, was ihr tut, das tut von Herzen als dem Herrn und nicht den Menschen, 24 denn ihr wisst, dass ihr von dem Herrn als Lohn das Erbe empfangen werdet. Dient dem Herrn Christus! 25 Denn wer unrecht tut, der wird empfangen, was er unrecht getan hat; und es gilt kein Ansehen der Person. (Rom 2:11) 

Die Bibel nach Martin Luthers Übersetzung, revidiert 2017, © 2016 Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart.
Die Verwendung des Textes erfolgt mit Genehmigung der Deutschen Bibelgesellschaft.

www.die-bibel.de