van Biblica1Mijn zoon, onthoud alles wat ik je leer en bewaar mijn geboden in je hart.2Zij zullen je leven verlengen, goed als ze zijn voor lichaam en geest.3Houd liefde en trouw in ere! Draag Gods geboden als een sieraad en prent ze in je hart en geheugen.4Dat levert je genegenheid en instemming van God en de mensen op.5Vertrouw met heel je hart op de HERE en verwacht het niet van je eigen verstand.6Laat God delen in alles wat je doet, dan kan Hij je levensweg bepalen.7Ga niet op je eigen oordeel af, maar koester ontzag voor de HERE en ga het verkeerde uit de weg.8Dat werkt als een medicijn voor je lichaam en dringt diep in de botten door.9Vereer de HERE met wat je bezit en geef Hem zijn deel van je inkomsten.10Dan zullen je schuren te klein zijn en vloeit de most over de randen van je perskuip.11Mijn zoon, ga niet voorbij aan de tucht van de HERE en laat de moed niet zakken als Hij je straft.12Want de HERE straft degene van wie Hij houdt, net zoals een vader zijn zoon straft die hij liefheeft.13Gelukkig is de mens die de wijsheid zoekt en haar vindt, en die met verstand leert leven.14Want wijsheid brengt meer op dan handel in zilver, meer dan het delven van goud.15Zij is meer en beter dan edelstenen, meer waard dan alles waarvan je ooit droomt.16Zij gaat gepaard met hoge ouderdom, rijkdom en aanzien.17Want wijsheid brengt liefde voort en is een voedingsbodem voor vrede en welzijn.18De wijsheid is als een boom van het leven voor wie haar bezit. Gelukkig zijn zij die zich aan de wijsheid vasthouden.19Want met wijsheid maakte de HERE de aarde en het heelal getuigt van zijn verstand.20Met zijn kennis gaf Hij het diepe water vorm, maakte Hij wolken die de dauw op aarde brengen.21Mijn zoon, verlies de wijsheid niet uit het oog! Houd haar vast en toon bedachtzaamheid bij alles wat je doet.22Dat geeft leven aan je ziel en siert je in ieders ogen.23Dat geeft je zicht op je levensweg, zodat je niet hoeft te struikelen.24Als je gaat liggen, zal niets of niemand je doen schrikken, je kunt gaan liggen en rustig slapen.25Wees niet bang voor plotselinge schrik, laat je niet van de wijs brengen door de ondergang van de goddelozen.26Want de HERE zal een betrouwbaar helper blijken te zijn. Hij zal niet toestaan dat je iets overkomt.27Geef, als je kunt, ieder wat hem toekomt.28Zeg niet tegen je naaste: ‘Kom morgen maar terug,’ als je hem het gevraagde ook direct kunt geven.29En beraam geen kwade plannen tegen iemand die volledig op jou vertrouwt.30Bind niet zonder reden de strijd aan met iemand die je niets in de weg heeft gelegd.31Wees niet jaloers op iemand die met ellebogenwerk in deze maatschappij vooruitkomt. Dat mag geen voorbeeld voor je zijn.32Van zo iemand heeft de HERE een afkeer. Vertrouwelijk omgaan doet Hij alleen met mensen die oprecht zijn.33De HERE vervloekt het huis van de goddelozen, maar zegent het huis van de rechtvaardigen.34Terwijl Hij spotters bespot, is Hij genadig voor de zachtmoedigen.35Voor wijzen is eer weggelegd, voor dwazen schande.
1Hijo mío, no olvides mis enseñanzas, Y tu corazón guarde mis mandamientos.2Porque largura de días, y años de vida, Y paz te aumentarán.3Nunca se aparten de ti la misericordia y la verdad, Átalas a tu cuello, escríbelas en la tabla de tu corazón,4Y hallarás gracia y buena opinión Ante los ojos de Dios y del hombre.5Confía en YHVH con todo tu corazón, Y no te apoyes en tu propia inteligencia.6Reconócelo en todos tus caminos, Y Él enderezará tus sendas.7No seas sabio en tu propia opinión. Teme a YHVH, y apártate del mal,8Porque será medicina a tu ombligo, Y tuétano a tus huesos.9Honra a YHVH con tus bienes, Y con las primicias de todos tus frutos,10Y tus graneros se henchirán de abundancia, Y tus lagares rebosarán de mosto.11Hijo mío, no menosprecies el castigo de YHVH, Ni te fatigues de su corrección,12Porque YHVH al que ama disciplina, Como el padre al hijo en quien se complace.13Bienaventurado el hombre que halla la sabiduría, Y el mortal que obtiene la inteligencia.14Porque su provecho es mayor que el de la plata, Y su resultado es mejor que el oro fino.15Es más preciosa que las piedras preciosas, Nada de lo que desees puede compararse con ella.16En su diestra hay abundancia de días, Y en su izquierda, riquezas y honra.17Sus caminos son caminos deleitosos, Y todas sus sendas son sendas de paz.18Es árbol de vida a los que echan mano de ella, Y los que la retienen son bienaventurados.19YHVH fundó la tierra con sabiduría, Y con inteligencia estableció los cielos,20Y por su ciencia fueron divididos los abismos, Y las nubes destilan el rocío.21Hijo mío, no se aparten estas cosas de tus ojos, Guarda la prudencia y el discernimiento,22Y serán vida a tu alma, Y gracia a tu garganta.23Entonces andarás con seguridad en tu camino, Y tu pie no tropezará.24Cuando te acuestes, no tendrás temor, Te acostarás, y tu sueño será dulce.25No temerás el pavor repentino, Ni el ataque de los impíos cuando venga,26Porque YHVH será tu confianza, Y Él guardará tu pie para que no sea atrapado.27No niegues el bien a quien es debido, Cuando está en tu mano el hacerlo.28No digas a tu prójimo: Anda y ven de nuevo, que mañana te lo daré, Cuando contigo tienes qué darle.29No trames el mal contra el prójimo Que habita confiado junto a ti.30No tengas pleito con nadie sin causa, Si no te ha hecho agravio.31No envidies al hombre violento, Ni escojas ninguno de sus caminos,32Porque YHVH aborrece al perverso, Y su íntima comunión es con los rectos.33La maldición de YHVH gravita sobre la casa del impío, Al paso que bendice la morada de los justos.34Ciertamente a los escarnecedores escarnece, Y da gracia a los humildes.35Los sabios heredarán honra, Los necios, ignominia.