Je webbrowser is verouderd. Als ERF Bibleserver erg traag is, update dan je browser.

Login
... en gebruik alle functies!

  • Lees1. Mose 3
  • Notities
  • Tags
  • Likes
  • Geschiedenis
  • Woordenboeken
  • Leesplan
  • Afbeeldingen
  • Video's
  • Speciale gelegenheden
  • Doneer
  • Blog
  • Nieuwsbrief
  • Partner
  • Help
  • Contact
  • Alexa-vaardigheden
  • Voor webmasters
  • Privacybeleid
  • Accessibility Statement
  • Rechten van de betrokken personen (DSGVO)
  • Over ERF Bibleserver
  • Language: Nederlands
© 2025 ERF
Gratis aanmelden

Psalm 51

Het Boek

van Biblica
1-2 Een psalm van David voor de koordirigent. Deze psalm schreef David nadat de profeet Natan bij hem was gekomen om hem te wijzen op zijn zonde met Batseba. 3 Geef mij genade, o God, hoewel ik dat niet heb verdiend. Laat toch blijken hoe groot uw liefde en goedheid is. Wilt U door uw vergevende mildheid mijn zonden wegdoen? 4 Reinig mij toch van deze zonde, die een smet op mij werpt. 5 Ik weet dat ik heb gezondigd, steeds opnieuw gaan mijn gedachten terug naar deze daad, waarmee ik van uw pad afweek. 6 Mijn God, ik heb tegen U gezondigd en uw gebod overtreden. Uw uitspraken zijn altijd rechtvaardig, uw oordelen zijn altijd zuiver. 7 Ik weet dat ik vanaf mijn geboorte al een zondaar ben, ja zelfs vanaf het moment van mijn bevruchting. 8 En U wilt dat uw waarheid wordt nagevolgd, tot diep in mijn hart. U geeft mij uw wijsheid, tot diep in mijn hart. 9 Wilt U met hysop de zonde van mij afwassen, dan zal ik helemaal schoon zijn. Als U mij wast, ben ik witter dan sneeuw. 10 Wilt U mij weer blijdschap en echte vreugde geven? Mijn lichaam en mijn ziel zijn terneergeslagen, maar U kunt mij weer oprichten en U laten prijzen. 11 Let niet op mijn zonden en vernietig al mijn misstappen. 12 Geeft U mij een zuiver hart, mijn God, en een nieuwe geest die mij innerlijk standvastig maakt. 13 Stuur mij niet van U weg en laat uw Heilige Geest niet van mij wijken. 14 Ik wil zo graag opnieuw de blijdschap over uw redding ervaren. Ik wil U volgen en mijn gehoorzaamheid aan U zal mij kracht geven. 15 Dan zal ik ook aan andere zondaars laten zien wat uw wil is, zodat zij zich bekeren en U ook zullen volgen. 16 Bevrijd mij van de schuld die ik op mij heb geladen, o God. U bent de God van mijn heil. Ik wil over uw rechtvaardigheid juichen. 17 Here, stel mij in staat U openlijk lof en eer te geven. 18 Want ik weet dat U er geen prijs op stelt dat ik U nu brandoffers zou brengen, daar gaat het U niet om. 19 Het werkelijke offer waarop U wacht, is een aan U overgegeven geest van iemand die weet dat hij niet zonder U kan, En een hart dat geheel en al weet dat U de enige bent die helpen kan. Zulke mensen stuurt U nooit weg, mijn God. 20 Wilt U Jeruzalem zegenen en haar muren herbouwen? 21 Dan zullen de offers die volgens de wet worden gebracht, U genoegen doen. Dan zullen grote brandoffers aan U gebracht worden, hele stieren worden op uw altaar gebracht. 

Het Boek TM
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used with permission. All rights reserved worldwide.

“Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

Psalm 51

La Biblia Textual

van Sociedad Bíblica Iberoamericana

Al director del coro. Salmo de David, cuando el profeta Natán vino a él, después que se había llegado a Betsabé.

1 ¡Ten piedad de mí, oh ’Elohim, conforme a tu misericordia, Conforme a la multitud de tus piedades, borra mis transgresiones! 2 ¡Lávame más y más de mi maldad, y purifícame de mi pecado! 3 Porque yo reconozco mis transgresiones, Y mi pecado está siempre delante de mí. 4 Contra ti, contra ti solo he pecado, Y he hecho lo malo delante de tus ojos, Para que seas reconocido justo en tu sentencia, Y tenido por puro en tu juicio. 5 He aquí, en maldad fui formado, Y en pecado me concibió mi madre. 6 He aquí, Tú deseas la verdad en lo íntimo, Por tanto en lo secreto hazme conocer sabiduría. 7 ¡Purifícame con hisopo y seré limpio, Lávame, y quedaré más blanco que la nieve! 8 ¡Hazme oír gozo y alegría, y regocíjense los huesos que abatiste! 9 ¡Aparta tu rostro de mis pecados, y borra todas mis iniquidades! 10 ¡Oh ’Elohim, crea en mí un corazón limpio, Y renueva un espíritu recto dentro de mí! 11 ¡No me eches de tu presencia, Ni quites de mí tu santo Espíritu! 12 ¡Restitúyeme el gozo de tu salvación, Y un espíritu noble me sustente! 13 Así enseñaré a los transgresores tus caminos, Y los pecadores se convertirán a ti. 14 ¡Líbrame del delito de sangre, Oh ’Elohim, Dios de mi salvación, Y mi lengua cantará con gozo tu justicia! 15 Oh Adonay, abre mis labios, y mi boca proclamará tu alabanza. 16 Porque no quieres sacrificio, que yo daría, Y si doy holocausto, no lo aceptas. 17 El sacrificio grato a ’Elohim es el espíritu quebrantado. Al corazón contrito y humillado no despreciarás Tú, oh ’Elohim. 18 Haz bien con tu benevolencia a Sión, Edifica los muros de Jerusalem. 19 Entonces te agradarán los sacrificios de justicia, Holocaustos y ofrendas enteramente quemadas; Entonces se ofrecerán novillos sobre tu altar. 

Biblia Textual
© 1999 por la Sociedad Bíblica Iberoamericana Todos los derechos reservados Derechos internacionales registrados
No se permite su reproducción (con excepción de citas breves), ni su incorporación a un sistema informático, ni su transmisión en cualquier forma o por cualquier medio, sea este electrónico, mecánico, reprográfico, gramofónico u otro sin autorización escrita de los titulares del copyright.