1Oh ’Elohim, escucha la voz de mi queja; Preserva mi vida del terror del enemigo.2Ocúltame de la conjura de los perversos, Del tumulto de los que obran iniquidad,3Que afilan la lengua como espada, Y la emplean como saeta envenenada,4Para dispararla en oculto al inocente, Disparan presto sus saetas, sin temor alguno.5Se animan entre sí en sus malas obras; Planean en secreto tender trampas, y dicen: ¿Quién las verá?6Traman cosas perversas, diciendo: ¡Hemos completado un plan bien concebido! Y el íntimo pensamiento de cada uno de ellos, Se corrompe en lo recóndito de su corazón.7Pero ’Elohim les dispara una saeta: De pronto, ya están malheridos;8Los hace tropezar su lengua; Los que asisten se espantarán,9Y temerán todos los hombres, Entonces proclamarán la obra de ’Elohim, Y entenderán sus hechos.10El justo se alegrará en YHVH, y se refugiará en Él, Y todos los rectos de corazón se gloriarán.
Salmo 64
Het Boek
de Biblica1Een psalm van David voor de koordirigent.2Luister naar mij, o God, als ik met mijn zorgen bij U kom. Bescherm mijn leven tegen de aanvallen van de vijand.3Verberg mij als de misdadigers iets tegen mij beramen, als de zondaars het op mij gemunt hebben.4Zij scherpen hun tong alsof het een zwaard is en schieten hun boosaardige taal als pijlen op mij af.5Vanuit hun schuilplaats schieten zij op onschuldigen. Niets en niemand ontzien zij.6Zij wagen het kwade dingen te doen en spreken er zelfs over valstrikken te zetten. Zij denken dat niemand hen ziet.7Zij zijn op slechte dingen uit en zeggen: ‘Nu is het zover, het plan is goed doordacht.’ Ja, het hart van de mens is ondoorgrondelijk.8Maar God kan hen onverwacht treffen. Als Hij een pijl afschiet, is het altijd raak, zij zijn gewond.9Zij struikelen over hun eigen woorden. Wie hen ziet, schudt misprijzend het hoofd.10Dan zullen alle mensen ontzag hebben voor God en voor alles wat Hij doet. Met ontzag zien zij op naar zijn werk.11De oprechte mens verheugt zich in de HERE en vindt bij Hem bescherming. Alle eerlijke mensen beroemen zich op Hem.