Juan 16

La Biblia Textual

de Sociedad Bíblica Iberoamericana
1 Estas cosas os he hablado para que no os escandalicéis.2 Os echarán de las sinagogas, y llega la hora cuando cualquiera que os mate, piense que ofrece servicio a Dios.3 Y harán esto porque no conocieron al Padre ni a mí.4 Os he hablado estas cosas para que cuando llegue su hora, las recordéis que Yo os las dije. Esto no os lo dije al principio porque estaba con vosotros.5 Pero ahora voy al que me envió, y ninguno de vosotros me pregunta: ¿A dónde vas?6 Antes bien, porque os he hablado estas cosas, la tristeza ha llenado vuestro corazón.7 Pero Yo os digo la verdad: Os conviene que Yo me vaya, porque si no me voy, el Paracleto no vendrá a vosotros; pero si me voy, os lo enviaré.8 Y cuando Él venga, redargüirá al mundo de pecado, y de justicia, y de juicio.9 De pecado, porque no creen en mí;10 de justicia, porque me voy al Padre y ya no me veréis más;11 y de juicio, porque el príncipe de este mundo ha sido juzgado.12 Aún tengo muchas cosas que deciros, pero ahora no las podéis sobrellevar.13 Pero cuando venga Aquél, el Espíritu de la Verdad, os guiará en toda la verdad; porque no hablará por su propia cuenta, sino que hablará cuanto oirá, y os anunciará las cosas que han de venir.14 Él me glorificará, porque tomará de lo mío y os lo anunciará.15 Todo lo que tiene el Padre es mío; por eso dije que toma de lo mío y os lo anunciará.16 Un poco, y ya no me veis; y de nuevo un poco, y me veréis.17 Entonces algunos de sus discípulos dijeron unos a otros: ¿Qué es esto que nos dice: Un poco y no me veis, y otra vez un poco y me veréis; y: porque me voy al Padre?18 Decían, pues: ¿Qué es esto que dice: un poco? No sabemos de qué habla.19 Jesús comprendió que querían preguntarle, y les dijo: ¿Preguntáis entre vosotros acerca de esto que dije: Un poco y no me veis; y otra vez un poco, y me veréis?20 De cierto, de cierto os digo que vosotros lloraréis y os lamentaréis, y el mundo se alegrará. Vosotros os entristeceréis, pero vuestra tristeza se convertirá en gozo.21 Cuando la mujer está de parto tiene congoja, porque ha llegado su hora; pero cuando ha dado a luz al niñito, ya no se acuerda de la angustia por el gozo de que un hombre ha nacido al mundo.22 También vosotros ahora tenéis tristeza; pero os veré otra vez y vuestro corazón se alegrará, y nadie os quita vuestro gozo.23 Y en aquel día no me preguntaréis nada. De cierto, de cierto os digo, que todo lo que pidáis al Padre en mi nombre, os lo dará.24 Hasta ahora no pedisteis nada en mi nombre; pedid y recibiréis, para que vuestro gozo sea completo.25 Estas cosas os he hablado en alegorías; llega una hora en que ya no os hablaré en alegorías, sino claramente os anunciaré acerca del Padre.26 En aquel día pediréis en mi nombre; y no os digo que Yo rogaré al Padre por vosotros,27 porque el Padre mismo os ama, pues vosotros me habéis amado y habéis creído que Yo salí de Dios.28 Salí del Padre, y he venido al mundo; otra vez dejo el mundo y voy al Padre.29 Dicen sus discípulos: Mira, ahora hablas con claridad, y ninguna alegoría dices.30 Ahora entendemos que sabes todas las cosas, y no tienes necesidad de que alguien te pregunte; en esto creemos que saliste de Dios.31 Jesús les respondió: ¿Ahora creéis?32 He aquí viene una hora, y ha llegado, en que seáis esparcidos cada uno por su lado y me dejéis solo; aunque no estoy solo, porque el Padre está conmigo.33 Estas cosas os he hablado para que en mí tengáis paz. En el mundo tenéis aflicción, pero confiad, Yo he vencido al mundo.

Juan 16

Het Boek

de Biblica
1 ‘Ik heb dit verteld omdat Ik wil voorkomen dat jullie je geloof verliezen.2 Want de Joden zullen jullie niet alleen uit de synagoge gooien, maar zelfs doden en dan denken zij ook nog God daarmee een grote dienst te bewijzen.3 Zij zullen dat doen, omdat zij de Vader en Mij niet kennen.4 Ik zeg dit hierom: als een en ander gebeurt, zullen jullie je mijn woorden herinneren. Tot nu toe heb Ik hier niets over gezegd, omdat Ik nog bij jullie was.5 Maar nu ga Ik terug naar Hem die Mij gestuurd heeft en niemand vraagt waar Ik naartoe ga.6 Mijn woorden maken jullie verdrietig.7 Maar wat Ik zeg, is de waarheid, het is beter voor jullie dat Ik wegga, anders kan mijn Helper niet bij jullie komen. Als Ik wegga, stuur Ik Hem naar jullie toe.8 En wanneer Hij komt, zal Hij de mensen in de wereld overtuigen van zonde, rechtvaardigheid en oordeel.9 Van zonde omdat zij weigeren in Mij te geloven.10 Van rechtvaardigheid, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zullen zien.11 Het oordeel houdt in dat de heerser van deze wereld al geoordeeld is.12 Ik zou jullie nog veel meer moeten zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen.13 Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij jullie de weg wijzen naar de volledige waarheid. Wat Hij jullie zal zeggen, heeft Hij niet uit Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort, en Hij zal bekendmaken wat komen gaat.14 Door jullie te vertellen wat Hij van Mij hoort, zal Hij Mij verheerlijken.15 Alles wat van de Vader is, is ook van Mij. Daarom zeg Ik dat Hij alles wat Hij van Mij hoort, aan jullie zal vertellen.16 Nog even en jullie zullen Mij niet meer zien. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.’17 Enkele leerlingen zeiden tegen elkaar: ‘Wat zou Hij bedoelen met “nog even” en “Ik ga naar de Vader”?18 Wij begrijpen er niets van!’19 Jezus wist wat zij Hem wilden vragen en zei: ‘Jullie vragen je zeker af wat Ik bedoel met: “Nog even en jullie zien Mij niet meer. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.”20 Luister goed! De mensen zullen blij zijn over wat er met Mij gebeurt, maar jullie zullen verdrietig zijn. Maar jullie verdriet zal omslaan in blijdschap.21 Net als bij een zwangere vrouw die moet bevallen. Tijdens de geboorte heeft zij veel pijn. Maar als het voorbij is, denkt zij niet meer aan de pijn en de moeite, zo blij en gelukkig is zij met haar kind.22 Jullie zijn nu wel verdrietig omdat Ik wegga, maar Ik zal jullie terugzien. Dan zullen jullie blij zijn en die blijdschap kan niemand jullie meer afnemen.23 Als het zover is, hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Luister goed, Ik zeg dat jullie dan alles rechtstreeks aan de Vader kunnen vragen en Hij zal het jullie geven in mijn naam.24 Tot nu toe hebben jullie nog niet in mijn naam gebeden. Bid en jullie zullen ontvangen. Dat zal jullie grote vreugde geven.25 Ik heb tot nu toe veel beeldspraak gebruikt, maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is. Dan kan Ik jullie zonder beperking over de Vader vertellen.26 Als het zover is, kunnen jullie in mijn naam bidden. Ik hoef dan niets meer voor jullie aan de Vader te vragen,27 want de Vader houdt Zelf van jullie omdat jullie van Mij houden en geloven dat Ik bij Hem vandaan kom.28 Ik ben van de Vader naar de wereld gekomen. Nu verlaat Ik de wereld en ga terug naar de Vader.’29 Zijn leerlingen zeiden: ‘Dat is tenminste niet zo onbegrijpelijk, nu spreekt U duidelijke taal.30 Wij weten nu dat U alles weet en dat niemand U iets hoeft te vragen. Daarom geloven wij dat U van God komt.’31 ‘Geloven jullie het nu eindelijk?’ antwoordde Jezus.32 ‘Er komt een tijd dat jullie uiteengejaagd worden, dan gaat ieder zijn eigen weg en laat Mij in de steek. Maar echt alleen zal Ik niet zijn, omdat de Vader bij Mij is.33 Dit heb Ik jullie verteld, omdat Ik wil dat jullie mijn vrede bewaren. In de wereld zullen jullie het zwaar te verduren krijgen. Maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen.’