1 Reyes 5

La Biblia Textual

de Sociedad Bíblica Iberoamericana
1 Hiram, rey de Tiro, también envió sus embajadores a Salomón, luego que oyó que lo habían ungido rey en lugar de su padre, pues Hiram siempre había apreciado a David.2 Y Salomón envió a decir a Hiram:3 Tú sabes que debido a las guerras que lo rodearon, mi padre David no pudo edificar una Casa al nombre de YHVH su Dios, hasta que YHVH puso a sus enemigos bajo las plantas de sus pies.4 Pero ahora, YHVH mi Dios me ha dado paz por todas partes; no hay adversario ni calamidad.5 Y he aquí, me propongo construir una Casa para el nombre de YHVH mi Dios, como YHVH habló a mi padre David diciendo: Tu hijo, al que pondré en tu trono en tu lugar, él edificará una Casa para mi Nombre.6 Te ruego pues, ordena que talen cedros del Líbano para mí, y mis siervos estarán con tus siervos, y pagaré por tus siervos conforme me digas, porque tú sabes que no hay ninguno entre nosotros que conozca acerca de la tala de árboles como los sidonios.7 Y cuando Hiram oyó las palabras de Salomón, se alegró mucho, y dijo: ¡Bendito sea YHVH el día de hoy, que ha dado a David un hijo sabio sobre ese pueblo tan numeroso!8 Envió pues Hiram respuesta a Salomón, diciendo: He escuchado lo que me mandaste decir. Cumpliré tu deseo en lo que concierne a los árboles de cedro y a los árboles de ciprés.9 Mis siervos los bajarán del Líbano al mar, y yo los haré llegar en balsas por el mar hasta el lugar que tú me indiques, y los haré desatar allí, y tú los recibirás. Y tú cumplirás mi deseo dando alimento a mi casa.10 Y así Hiram dio a Salomón toda la madera de cedro y de ciprés, de conformidad con todo su deseo.11 Y para el sustento de su casa, Salomón dio a Hiram veinte mil coros de trigo y veinte mil batos de aceite puro; esto daba Salomón a Hiram año tras año.12 Y YHVH dio a Salomón sabiduría, tal como le había prometido, y hubo paz entre Hiram y Salomón, y ambos concertaron alianza.13 Y el rey Salomón decretó la recluta en todo Israel, y fueron reclutados treinta mil hombres.14 Y los envió al Líbano, diez mil por mes, por turno, para que pasaran un mes en el Líbano, y dos meses en sus casas; y Adoniram estaba a cargo del reclutamiento.15 Salomón tenía además setenta mil cargadores y ochenta mil canteros en la región montañosa,16 sin contar los capataces que Salomón había establecido al frente de la obra, en número de tres mil trescientos, los cuales mandaban a la gente que hacía el trabajo.17 El rey mandó que extrajeran piedras grandes, piedras costosas, para echar los cimientos de la Casa con piedras talladas.18 Y los constructores de Salomón, los de Hiram y los de Biblos, prepararon la madera y tallaron las piedras para construir la Casa.

1 Reyes 5

Het Boek

de Biblica
1 Koning Chiram van Tyrus was altijd al een groot bewonderaar en vriend van David geweest. Toen hij hoorde dat Davids zoon Salomo de nieuwe koning van Israël was geworden, stuurde hij ambassadeurs om zijn felicitaties en de beste wensen over te brengen.2-3 Salomo antwoordde met een voorstel over de tempel van de HERE die hij wilde bouwen. ‘Mijn vader David,’ zo legde Salomo koning Chiram uit, ‘was niet in staat zoʼn tempel te bouwen wegens de talloze oorlogen die hij moest voeren en omdat hij wachtte tot de HERE hem vrede gaf.’4 ‘Maar nu,’ zo deelde Salomo Chiram mee, ‘heeft de HERE, mijn God, mij aan alle kanten vrede gegeven, ik heb geen last van buitenlandse vijanden of binnenlandse opstanden.5 Daarom ben ik van plan een tempel te bouwen voor de HERE, mijn God, precies zoals Hij mijn vader heeft gezegd dat ik zou doen. Want de HERE zei tegen hem: “Uw zoon, die Ik op uw troon zal plaatsen, zal een tempel voor Mij bouwen.”6 Nu wil ik u vragen of u mij bij deze onderneming kunt helpen. Stuur uw houthakkers naar de bergen van de Libanon om cederhout voor mij te kappen, dan zal ik mijn mannen naar hen toe sturen om hen daarbij te helpen. Ik zal uw mannen de lonen betalen die zij vragen, want u weet dat niemand in Israël zoveel verstand heeft van houthakken als de Sidoniërs!’7 Chiram was erg blij met de boodschap van Salomo. ‘Geprezen zij de HERE dat Hij David zoʼn wijze zoon heeft gegeven om koning te zijn van het grote volk Israël,’ zei hij.8 Toen stuurde hij Salomo het volgende antwoord: ‘Ik heb uw boodschap ontvangen en zal graag aan uw wens voldoen. Ik zal voor zowel cederhout als cipressenhout zorgen.9 Mijn mannen zullen het hout van de Libanon naar de Middellandse Zee brengen en er vlotten van bouwen. Wij zullen ze langs de kust vervoeren naar de plaats waar u ze wilt hebben. Daar aangekomen, halen wij de vlotten weer uit elkaar en leveren wij het hout af. U kunt mij betalen met voedsel voor mijn hofhouding.’10 Zo bezorgde Chiram Salomo zoveel cederhout en cipressenhout als hij nodig had11 en in ruil daarvoor stuurde Salomo hem een jaarlijkse betaling van vijf miljoen liter tarwe voor zijn hofhouding en vijfduizend liter pure olijfolie.12 Zo gaf de HERE Salomo grote wijsheid, zoals Hij had beloofd. En Chiram en Salomo sloten een vriendschapsverdrag.13 Toen riep Salomo uit heel Israël dertigduizend arbeiders op14 en stuurde hen in groepen van tienduizend man per maand naar de Libanon. Iedere man was dus één maand in de Libanon en twee maanden thuis. Adoniram was belast met de leiding over deze grote onderneming.15-16 Salomo had in de heuvels van de Libanon ook nog eens zeventigduizend dragers, tachtigduizend steenhouwers en drieëndertighonderd voormannen aan het werk.17 De steenhouwers hakten grote steenblokken van een waardevolle kwaliteit uit, die moesten dienen als fundamenten voor de tempel.18 De Giblieten hielpen de mannen van Chiram en Salomo bij het op maat hakken van de boomstammen en het pasklaar maken van de kostbare steenblokken voor de bouw van de tempel.