Suche nach "abia" | Het Boek

Het Boek (23 Treffer)
1Sam 8,2 Joël en Abia, zijn oudste zonen, spraken recht in Berseba, 1Kön 14,1 Jerobeam door God gestraft Jerobeams zoon Abia werd op een gegeven moment erg ziek. 1Chr 2,24 Kort na de dood van Chesron, in Kaleb-Efrata, baarde zijn vrouw Abia Aschur, de vader van Tekoa. 1Chr 3,10 Dit zijn de nakomelingen van koning Salomo: Rechabeam, Abia, Asa, Josafat, Joram, Achazja, Joas, Amasja, Azarja, Jotam, Achaz, Hizkia, Manasse, Amon en Josia. 1Chr 6,28 De gezinnen van de familie van Samuël werden geleid door Samuëls zonen: Joël, de oudste, en Abia, de tweede zoon. 1Chr 7,8 De zonen van Becher waren Zemira, Joas, Eliëzer, Eliënai, Omri, Jeremot, Abia, Anatot en Alemet. 1Chr 24,7 De families werden door middel van het lot op de volgende manier verdeeld: als eerste viel het lot op Jojarib; als tweede op Jedaja; de derde was Charim; de vierde was Seorim; vijfde was Malkia; zesde Miamin; zevende Hakkos; achtste Abia; negende Jesua; tiende Sechanja; elfde Eljasib; twaalfde Jakim; dertiende Chuppa; veertiende Jesebab; vijftiende Bilga; zestiende Immer; zeventiende Chezir; achttiende Happisses; negentiende Petachja; twintigste Jechezkel; eenentwintigste Jachin; tweeëntwintigste Gamul; drieëntwintigste Delaja; vierentwintigste Maäzja. 2Chr 11,20 Later trouwde hij ook nog met Maächa, de kleindochter van Absalom. Zij schonk hem Abia, Attai, Ziza en Selomit. 2Chr 11,22 Maächaʼs zoon Abia was zijn lievelingszoon en kreeg de leiding over zijn broers, want Rechabeam besloot hem tot zijn opvolger te maken. 2Chr 12,16 Na zijn dood werd Rechabeam in Jeruzalem begraven en zijn zoon Abia volgde hem op. 2Chr 13,1 Israël door Juda verslagen Abia werd de nieuwe koning van Juda in Jeruzalem. Hij kwam aan de macht in het achttiende regeringsjaar van koning Jerobeam van Israël en regeerde drie jaar. Zijn moeder heette Maächa en was een dochter van Uriël uit Gibea. Toen hij nog maar kort aan de regering was, brak er oorlog uit tussen Juda en Israël. 2Chr 13,3 Het leger van Juda, onder bevel van koning Abia, bracht vierhonderdduizend ervaren strijders in het veld die het moesten opnemen tegen tweemaal zoveel Israëlieten, sterke, moedige mannen onder bevel van koning Jerobeam. 2Chr 13,4 Toen het leger van Juda aankwam bij de berg Semaraïm in het heuvelland van Efraïm, schreeuwde koning Abia naar koning Jerobeam en het Israëlitische leger: 2Chr 13,15 De mannen van Juda hieven hun strijdkreet aan. En terwijl ze dat deden, gebruikte God koning Abia en de mannen van Juda: koning Jerobeam en het leger van Israël sloegen op de vlucht voor het leger van Juda en God schonk Juda de overwinning. 2Chr 13,20 Koning Jerobeam kwam deze slag niet meer te boven, zolang koning Abia aan de macht was. Enige tijd later stierf hij door de hand van de HERE. 2Chr 13,21 Koning Abia van Juda werd echter steeds machtiger. Hij trouwde met veertien vrouwen en kreeg tweeëntwintig zonen en zestien dochters. 2Chr 14,1 Koning Asa, gehoorzaam aan God Koning Abia stierf en werd in Jeruzalem begraven. Zijn zoon Asa werd de nieuwe koning van Juda en gedurende de eerste tien jaren van zijn regering heerste er vrede in het land, 2Chr 29,1 De tempel door koning Jechizkia weer in gebruik genomen Jechizkia was vijfentwintig jaar toen hij koning van Juda werd en regeerde negenentwintig jaar vanuit Jeruzalem. Zijn moeder heette Abia en was de dochter van Zecharja. Neh 10,2 Sidkia, Seraja, Azarja, Jirmeja, Paschur, Amarja, Malkia, Chattus, Sebanja, Malluch, Charim, Meremot, Obadja, Daniël, Ginneton, Baruch, Mesullam, Abia, Miamin, Maäzja, Bilgai en Semaja, allen priesters. Neh 12,2 Ezra, Amarja, Malluch, Chattus, Sechanja, Rechum, Meremot, Iddo, Ginnetoi, Abia, Miamin, Maädja, Bilga, Semaja, Jojarib, Jedaja, Sallu, Amok, Chilkia en Jedaja. Neh 12,12 Dit zijn de namen van de familiehoofden van de priesters die dienstdeden onder de hogepriester Jojakim: Meraja, leider van de familie Seraja; Chananja, leider van de familie Jirmeja; Mesullam, leider van de familie Ezra; Jochanan, leider van de familie Amarja; Jonatan, leider van de familie Melichu; Jozef, leider van de familie Sebanja; Adna, leider van de familie Charim; Chelkai, leider van de familie Merajot; Zecharja, leider van de familie Iddo; Mesullam, leider van de familie Ginneton; Zichri, leider van de familie Abia; Piltai, leider van de families Minjamin en Moadja; Sammua, leider van de familie Bilga; Jonatan, leider van de familie Semaja; Mattenai, leider van de familie Jojarib; Uzzi, leider van de familie Jedaja; Kallai, leider van de familie Sallai; Eber, leider van de familie Amok; Chasabja, leider van de familie Chilkia; Netanel, leider van de familie Jedaja. Mt 1,7 Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam de vader van Abia. Abia was de vader van Asaf, Lk 1,5 Mijn verhaal begint bij de Joodse priester Zacharias, die leefde in de tijd dat Herodes koning van Judea was. Hij behoorde tot de priesterafdeling van Abia. Zijn vrouw Elisabeth kwam net als hijzelf uit het priestergeslacht van Aäron.