1¡SEÑOR, desde lo profundo de mi desesperación clamo a ti pidiendo ayuda!2Escucha mi lamento, SEÑOR. Atiende mi oración.3Si tú tomaras en cuenta nuestros pecados ¿quién, SEÑOR, podría seguir vivo?4Pero tú ofreces perdón, para que aprendamos a temerte.5Yo espero en el SEÑOR; sí, espero en él. He puesto mi esperanza en su palabra.6Espero al SEÑOR, más que los centinelas al amanecer; sí, más que los centinelas esperan al amanecer.7Oh Israel, espera en el SEÑOR porque en él hay amor inagotable, y abundante salvación.8Él mismo rescatará a Israel de las cadenas del pecado.
Het Boek
1Een bedevaartslied. Ik zit zo diep in de put, HERE, en ik roep naar U.2Luister naar mij, Here. Laten uw oren naar mij luisteren.3HERE, als U al onze zonden blijft onthouden, kunnen wij immers niet blijven leven?4Maar ik weet dat U vergeeft, zodat iedereen ontzag voor U zal hebben.5Ik verwacht alles van de HERE. Ik ken zijn woord en heb er alle vertrouwen in.6Ik zie uit naar de Here. Ik zie naar Hem uit met nog meer verlangen dan de nachtwachter uitkijkt naar de nieuwe morgen.7Laten de Israëlieten al hun vertrouwen op de HERE stellen, want de HERE is rijk aan goedheid en liefde. Hij zorgt voor de bevrijding.8Hij zal het volk Israël bevrijden van al zijn zonden.
Diese Website verwendet Cookies, um Ihnen die bestmögliche Nutzererfahrung bieten zu können.