الكتاب المقدس | Het Boek | Psalm 29

Psalm 29 | الكتاب المقدس

لِدَاوُدَ

1 قَدِّمُوا لِلرَّبِّ يَا أَبْنَاءَ اللهِ، قَدِّمُوا لِلرَّبِّ مَجْداً وَعِزّاً. 2 قَدِّمُوا لِلرَّبِّ مَجْداً لاِسْمِهِ. اسْجُدُوا لِلرَّبِّ بِثَوْبِ الإِجْلالِ وَالْقَدَاسَةِ. 3 هُوَذَا صَوْتُ الرَّبِّ يُدَوِّي فَوْقَ الْمِيَاهِ. إِلَهُ الْمَجْدِ أَرْعَدَ. مَجْدُ الرَّبِّ فَوْقَ الْمِيَاهِ الْغَزِيرَةِ. 4 صَوْتُ الرَّبِّ قَوِيٌّ جِدّاً. صَوْتُ الرَّبِّ يَفِيضُ بِالْجَلالِ. 5 صَوْتُ الرَّبِّ يُكَسِّرُ شَجَرَ الأَرْزِ. نَعَمْ، إِنَّ الرَّبَّ يُكَسِّرُ أَرْزَ لُبْنَانَ. 6 فَيَجْعَلُ لُبْنَانَ يَفِرُّ كَالْعِجْلِ، وَجَبَلَ حَرْمُونَ يَقْفِزُ كَالثَّوْرِ الْوَحْشِيِّ الْفَتِيِّ. 7 صَوْتُ الرَّبِّ يَقْدَحُ وَمِيضَ بَرْقٍ، 8 صَوْتُ الرَّبِّ يُزَلْزِلُ الْبَرِّيَّةَ، وَيُزَلْزِلُ الرَّبُّ بَرِّيَّةَ قَادِشَ، 9 صَوْتُ الرَّبِّ يَجْعَلُ الْوُعُولَ تَلِدُ قَبْلَ الأَوَانِ، وَيُحَوِّلُ الْغَابَاتِ إِلَى عَرَاءٍ، وَفِي هَيْكَلِهِ الْكُلُّ يَهْتِفُ: مَجْداً. 10 جَلَسَ الرَّبُّ مَلِكاً فَوْقَ الطُّوفَانِ، وَيَتَرَبَّعُ عَلَى عَرْشِهِ إِلَى الأَبَدِ. 11 الرَّبُّ يُعْطِي شَعْبَهُ عِزّاً. الرَّبُّ يُبَارِكُ شَعْبَهُ بِالسَّلامِ.

Holy Bible, New Arabic Version TM (Ketab El Hayat TM) Copyright © 1988, 1997, 2012 by Biblica, Inc. Used with permission. All rights reserved worldwide. “Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

Het Boek
1 Door David. Geef de HERE eer, bewoners van de hemelen. Bewijs Hem eer en prijs zijn grootheid en zijn kracht. 2 Prijs zijn naam en buig u neer voor zijn heilige verschijning. 3 De stem van de HERE klinkt over de zee. De Almachtige God laat de donder weergalmen. De HERE beheerst de geweldige wateren. 4 De stem van de HERE is krachtig. De stem van de HERE is glorieus. 5 De stem van de HERE laat de cederbomen breken, zelfs de ceders van de Libanon. 6 De bomen van de Libanon springen op als kalveren en de bomen van de Hermon als woudossen. 7 De stem van de HERE splijt de vlammen. 8 De stem van de HERE laat de woestijnen sidderen. De woestijn van Kades beeft onder zijn stem. 9 De stem van de HERE doet hertenjongen geboren worden. De stem van de HERE laat het schors van de bomen vallen. In zijn paleis brengt iedereen Hem eer. 10 De HERE was verheven boven de grote watervloed, Hij is de verheven Koning tot in eeuwigheid. 11 De HERE zal zijn volk kracht geven en zegenen door het vrede te geven.