HET

  • DBU
  • ELB
  • EU
  • GNB
  • HFA
  • LUT
  • MENG
  • NeÜ
  • NGÜ
  • NLB
  • SLT
  • ZB

Hesekiel 35 | Het Boek

Hesekiel 35 | Het Boek

Het lot van de inwoners van Edom

1 Opnieuw kwam er een boodschap van de HERE. Hij zei: ‘Mensenzoon, kijk in de richting van de berg Seïr en klaag de inwoners van Edom aan met de woorden: 3 de Oppermachtige HERE zegt: “Ik keer Mij tegen u en zal u met mijn vuist neerslaan en volledig vernietigen. 4 Omdat u mijn volk Israël haat, zal Ik uw steden verwoesten en u tot een onbewoonbaar gebied maken. Dan zult u weten dat Ik de HERE ben. U bent altijd al vijanden van Israël geweest en hebt hen overgeleverd aan oorlogsgeweld toen er met Israël werd afgerekend. 6 Zo waar Ik leef,” zegt de Oppermachtige HERE, “omdat u zo graag bloed ziet vloeien, zal Ik u een bloedbad geven maar dan wel van uw eigen bloed! 7 Ik zal de bewoners van de berg Seïr totaal uitroeien. En allen die proberen te ontsnappen of die terugkeren, zullen ook omkomen. 8 Ik zal uw bergen vullen met doden, uw heuvels en dalen zullen zijn gevuld met de slachtoffers van het zwaard. 9 U zult nooit meer herleven. Voor altijd zult u verlaten liggen, uw steden zullen nooit meer worden herbouwd. Dan zult u weten dat Ik de HERE ben. 10 Want u zei: ‘Ik zal zowel Israël als Juda in handen krijgen. Wij zullen ze veroveren. Wat kan het ons schelen dat God daar is!’ ” 11 Daarom zegt de Oppermachtige HERE: “Zo waar Ik leef, Ik zal uw wandaden beantwoorden met mijn toorn, Ik zal u al uw jaloezie en haat betaald zetten. En Ik zal mijn naam in Israël eer aandoen door wat Ik met u doe. 12 En u zult erachter komen dat Ik elk kwaad woord dat u tegen het bergland van Israël hebt geuit, heb gehoord. ‘Zijn volk is hulpeloos, we kunnen het nu zonder gevaar opslokken,’ zei u in uw grootspraak tegen de HERE. En Ik heb alles gehoord! 14 De hele wereld zal blij zijn als Ik u in een wildernis verander. 15 U had plezier om Israëls lot. Maar nu zal Ik Mij verheugen over het uwe! Uw land zal een woestijn worden. U zult worden weggevaagd, volk van het Seïrgebergte en alle inwoners van Edom! Dan zult u moeten erkennen dat Ik de HERE ben!” ’