1Hij keek op en zag hoe de rijken hun gaven in de collectekist gooiden.2Er kwam ook een arme weduwe. Zij deed er twee koperen muntjes in.3‘Kijk,’ zei Hij, ‘die arme weduwe heeft meer gegeven dan al de anderen bij elkaar.4Want de rijken hebben vanuit hun rijkdom gegeven, maar deze vrouw gaf van haar armoede alles wat nodig was voor haar levensonderhoud.’5Enkele van zijn leerlingen wezen op de mooie, grote stenen van de tempel en de prachtige versieringen op de muren.6Maar Jezus zei: ‘Er komt een tijd dat al deze dingen die jullie zo mooi vinden, vernietigd worden. Geen steen zal op de andere blijven. Er zal niets van overblijven dan één grote puinhoop.’7‘Wanneer gebeurt dat, Meester?’ vroegen ze Hem. ‘En hoe kunnen we weten dat het zover is?’8Hij antwoordde: ‘Laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die van zichzelf zeggen dat zij de Christus zijn en die beweren dat het einde er bijna is. Maar geloof hen niet!9Wanneer jullie horen over oorlogen en opstanden, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten wel gebeuren, maar het einde komt dan nog niet.10Het ene volk zal tegen het andere worden opgehitst. En het ene koninkrijk tegen het andere.11Er zullen geweldige aardbevingen komen, hongersnoden en epidemieën. Nu hier en dan weer daar. In het heelal zullen verschrikkelijke dingen gebeuren.12Maar er zal eerst een tijd van bijzonder zware vervolging komen. Jullie zullen naar de synagogen en gevangenissen worden gesleurd. Jullie zullen voor koningen en andere hoge autoriteiten moeten verschijnen, ter wille van mijn naam.13Het zullen allemaal kansen zijn om over Mij te vertellen.14Ga niet van tevoren bedenken wat je zult zeggen om je te verdedigen. Onthoud dat goed! Ik zal jullie de juiste woorden in de mond leggen.15Ik zal jullie een wijsheid geven waar je tegenstanders niet van terug hebben.16Zelfs je ouders, broers, familie en vrienden zullen je verraden en laten arresteren. Sommigen van jullie zullen gedood worden.17Iedereen zal jullie haten, omdat jullie bij Mij horen.18Maar geen haar op je hoofd zal gekrenkt worden.19Door stand te houden, zullen jullie je leven redden.20En als je ziet dat Jeruzalem wordt belegerd, is dat het teken dat de verwoesting van de stad nadert.21Laten de mensen die dan in Judea zijn, naar de bergen vluchten. En wie op het platteland zijn, moeten niet naar de stad gaan.22Want in die dagen zal God zijn oordeel voltrekken. De woorden van de profeten zullen dan in vervulling gaan.23Het zal een vreselijke tijd worden voor vrouwen die zwanger zijn of een baby hebben. Er zal een diepe ellende over dit land komen. God zal zijn toorn op dit volk koelen.24De mensen zullen afgeslacht of als krijgsgevangenen over de hele wereld verstrooid worden. Vreemde volken zullen Jeruzalem overwinnen en vertrappen tot aan hun tijd een einde komt.25Er zullen vreemde verschijnselen in het heelal zijn: waarschuwingen en tekenen van de zon, maan en sterren. De volken op aarde zullen in paniek raken. Ze zullen helemaal overstuur raken door het gebulder van de zee en de branding.26De mensen zullen het besterven van angst, omdat ze denken dat de wereld vergaat. Want de machten van het heelal zullen door elkaar worden geschud.27En dan zal iedereen Mij, de Mensenzoon, zien komen in een wolk, met macht en schitterende majesteit.28Dus als deze dingen beginnen, ga dan rechtop staan en kijk omhoog! Want je verlossing is niet ver meer!’29Hij maakte het hun duidelijk met deze gelijkenis: ‘Let eens op de vijgenboom of op een andere boom.30Wanneer je de blaadjes ziet uitkomen, weet je dat het bijna zomer is.31Wanneer je ziet gebeuren wat Ik zojuist heb gezegd, kun je er van op aan dat het Koninkrijk van God er bijna is.32Ik verzeker jullie: al deze dingen zullen gebeuren, nog voordat deze generatie voorbij is.33De hemel en de aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zeker niet.34Pas op! Laat je niet door mijn plotselinge komst overrompelen, laat je niet be-dwelmen door allerlei uitspattingen en door te veel te drinken, laat je niet in beslag nemen door de zorgen van het leven.35Want voor alle bewoners van de aarde zal die dag van mijn komst komen.36Wees daarom voortdurend op je hoede, bid steeds dat je veilig door de komende verschrikkingen heen zult komen en dat je daarna bij Mij, de Mensenzoon, mag zijn.’37Elke dag ging Jezus naar de tempel om onderwijs te geven.38De mensen kwamen al vroeg in de morgen naar Hem luisteren. En elke avond ging Hij de stad uit om ergens op de Olijfberg de nacht door te brengen.
English Standard Version
The Widow’s Offering
1Jesus* looked up and saw the rich putting their gifts into the offering box,2and he saw a poor widow put in two small copper coins.*3And he said, “Truly, I tell you, this poor widow has put in more than all of them.4For they all contributed out of their abundance, but she out of her poverty put in all she had to live on.”
Jesus Foretells Destruction of the Temple
5And while some were speaking of the temple, how it was adorned with noble stones and offerings, he said,6“As for these things that you see, the days will come when there will not be left here one stone upon another that will not be thrown down.”7And they asked him, “Teacher, when will these things be, and what will be the sign when these things are about to take place?”8And he said, “See that you are not led astray. For many will come in my name, saying, ‘I am he!’ and, ‘The time is at hand!’ Do not go after them.9And when you hear of wars and tumults, do not be terrified, for these things must first take place, but the end will not be at once.”
Jesus Foretells Wars and Persecution
10Then he said to them, “Nation will rise against nation, and kingdom against kingdom.11There will be great earthquakes, and in various places famines and pestilences. And there will be terrors and great signs from heaven.12But before all this they will lay their hands on you and persecute you, delivering you up to the synagogues and prisons, and you will be brought before kings and governors for my name’s sake.13This will be your opportunity to bear witness.14Settle it therefore in your minds not to meditate beforehand how to answer,15for I will give you a mouth and wisdom, which none of your adversaries will be able to withstand or contradict.16You will be delivered up even by parents and brothers* and relatives and friends, and some of you they will put to death.17You will be hated by all for my name’s sake.18But not a hair of your head will perish.19By your endurance you will gain your lives.
Jesus Foretells Destruction of Jerusalem
20“But when you see Jerusalem surrounded by armies, then know that its desolation has come near.21Then let those who are in Judea flee to the mountains, and let those who are inside the city depart, and let not those who are out in the country enter it,22for these are days of vengeance, to fulfill all that is written.23Alas for women who are pregnant and for those who are nursing infants in those days! For there will be great distress upon the earth and wrath against this people.24They will fall by the edge of the sword and be led captive among all nations, and Jerusalem will be trampled underfoot by the Gentiles, until the times of the Gentiles are fulfilled.
The Coming of the Son of Man
25“And there will be signs in sun and moon and stars, and on the earth distress of nations in perplexity because of the roaring of the sea and the waves,26people fainting with fear and with foreboding of what is coming on the world. For the powers of the heavens will be shaken.27And then they will see the Son of Man coming in a cloud with power and great glory.28Now when these things begin to take place, straighten up and raise your heads, because your redemption is drawing near.”
The Lesson of the Fig Tree
29And he told them a parable: “Look at the fig tree, and all the trees.30As soon as they come out in leaf, you see for yourselves and know that the summer is already near.31So also, when you see these things taking place, you know that the kingdom of God is near.32Truly, I say to you, this generation will not pass away until all has taken place.33Heaven and earth will pass away, but my words will not pass away.
Watch Yourselves
34“But watch yourselves lest your hearts be weighed down with dissipation and drunkenness and cares of this life, and that day come upon you suddenly like a trap.35For it will come upon all who dwell on the face of the whole earth.36But stay awake at all times, praying that you may have strength to escape all these things that are going to take place, and to stand before the Son of Man.”37And every day he was teaching in the temple, but at night he went out and lodged on the mount called Olivet.38And early in the morning all the people came to him in the temple to hear him.
Diese Website verwendet Cookies, um Ihnen die bestmögliche Nutzererfahrung bieten zu können.